Language of document : ECLI:EU:T:2014:195





Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 9 april 2014 – CITEB en Belgo‑Metal/Parlement

(Zaak T‑488/12)

„Overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken – Aanbestedingsprocedure – Renovatie- en uitbreidingswerken aan het gebouw Eastman te Brussel – Afwijzing van de offerte van een inschrijver – Mededeling van het rapport van het evaluatiecomité – Motiveringsplicht”

1.                     Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen (Statuut van het Hof van Justitie, art. 21, eerste alinea, en 53, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c) (cf. punten 25, 27)

2.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot afwijzing van een offerte in kader van de procedure van het plaatsen van een overheidsopdracht voor dienstverlening (Art. 296 VWEU; verordening nr. 1605/2002 van de Raad, art. 100, lid 2; verordening nr. 2342/2002 van de Commissie, art. 149, lid 3) (cf. punten 32, 35‑39, 43)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van het besluit van het Parlement van 7 september 2012 waarbij de offerte is afgewezen die verzoeksters hadden ingediend in het kader van een aankondiging van een opdracht van 19 mei 2012 met referentie NINLO.AO‑2012‑005-BRU-UPIB-02, die is gepubliceerd in het Supplement op het Publicatieblad van de Europese Unie (PB 2012/S 92‑1563620), betreffende de uitvoering van renovatie- en uitbreidingswerken aan het gebouw Eastman te Brussel (België), en die opdracht aan een andere inschrijver is gegund

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Cit Blaton SA (CITEB) en Belgo-Metal worden verwezen in de kosten.