Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 12 februari 2021 door Vincent Thunus, Jaime Barragán, Marc D’hooge, Alexandra Felten, Christophe Nègre, Patrick Vanhoudt tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 2 december 2020 in zaak T-318/19, Thunus e.a./BEI

(Zaak C-91/21 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwiranten: Vincent Thunus, Jaime Barragán, Marc D’hooge, Alexandra Felten, Christophe Nègre, Patrick Vanhoudt (vertegenwoordiger: L. Levi, avocate)

Andere partij in de procedure: Europese Investeringsbank

Conclusies

het arrest van het Gerecht van 2 december 2020 in zaak T-318/19 vernietigen;

dientengevolge, de door rekwiranten in eerste aanleg geformuleerde vorderingen toewijzen en, derhalve:

dat beroep ontvankelijk en gegrond verklaren, met inbegrip van de daarin vervatte exceptie van onwettigheid;

dientengevolge:

het besluit vervat in de salarisafrekeningen van rekwiranten van februari 2019, waarbij de jaarlijkse aanpassing van het basissalaris wordt beperkt tot 0,8 % voor 2019, vernietigen, en derhalve de soortgelijke besluiten in de daaropvolgende salarisafrekeningen vernietigen;

derhalve verwerende partij ter vergoeding van de materiële schade veroordelen tot betaling van (i) het saldo van het salaris dat overeenstemt met de toepassing van de jaarlijkse aanpassing voor 2019, namelijk een verhoging van 1,2 %, voor het tijdvak van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019; (ii) het saldo van het salaris dat overeenstemt met de gevolgen van de toepassing van de jaarlijkse aanpassing van 0,8 % voor 2019 op het bedrag van de salarissen die zullen worden betaald vanaf januari 2019; (iii) vertragingsrente op de verschuldigde saldi van de salarissen tot de verschuldigde bedragen volledig zijn betaald, waarbij de toe te passen vertragingsrente moet worden berekend op basis van de rentevoet die de Europese Centrale Bank voor de betrokken periode voor basisherfinancieringstransacties heeft vastgesteld, vermeerderd met drie procentpunten;

verwerende partij verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

schending van de regels inzake de bevoegdheid van diegene die het besluit heeft vastgesteld – schending van artikel 18 van het reglement van orde – onjuiste opvatting van het dossier – niet-nakoming van de motiveringsplicht van de rechter

schending van het recht om het college te raadplegen – onjuiste opvatting van het dossier

niet-nakoming van de motiveringsplicht – onjuiste opvatting van het dossier – niet-nakoming van de motiveringsplicht van de rechter

niet-nakoming van de zorgvuldigheidsplicht en schending van het evenredigheidsbeginsel

____________