Language of document : ECLI:EU:T:2005:107

Zaak T‑160/03

AFCon Management Consultants e.a.

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Tacis-programma – Aanbesteding – Onregelmatigheden in gunningsprocedure – Beroep tot schadevergoeding”

Samenvatting van het arrest

1.      Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Onrechtmatigheid – Schade – Causaal verband

(Art. 288, tweede alinea, EG)

2.      Overheidsopdrachten van Europese Gemeenschappen – Gunning van opdracht na aanvraag van aanbiedingen – Bevoegdheid van instellingen tijdens verloop van aanbestedingsprocedure – Belangenconflict tussen inschrijver en lid van comité dat is belast met beoordeling van offerten – Beoordelingsmarge van Commissie – Grenzen – Schending van beginselen van behoorlijk bestuur en gelijke behandeling – Aansprakelijk stellen van Gemeenschap

(Art. 288 EG)

3.      Overheidsopdrachten van Europese Gemeenschappen – Aanbestedingsprocedure – Kosten van inschrijver – Recht op schadevergoeding – Geen – Uitzondering – Schending van gemeenschapsrecht

1.      Het gemeenschapsrecht verleent een recht op schadevergoeding wanneer is voldaan aan drie voorwaarden, te weten dat de geschonden rechtsregel ertoe strekt particulieren rechten toe te kennen, dat er sprake is van een voldoende gekwalificeerde schending en dat er een direct causaal verband bestaat tussen de schending van de op de opsteller van de handeling rustende verplichting en de door de benadeelde personen geleden schade.

(cf. punt 31)

2.      Wanneer de Commissie met betrekking tot overheidsopdrachten een belangenconflict tussen een lid van het evaluatiecomité en een van de inschrijvers vaststelt, dient zij uit hoofde van de beginselen van behoorlijk bestuur en gelijke behandeling, met de vereiste zorgvuldigheid en op basis van alle relevante gegevens, haar beschikking over het verdere verloop van de procedure voor de plaatsing van de betrokken opdracht voor te bereiden en te geven. De Commissie moet immers in elke fase van een aanbestedingsprocedure erop toezien dat het beginsel van gelijke behandeling wordt geëerbiedigd en dat bijgevolg alle inschrijvers gelijke kansen hebben.

Dienaangaande beschikt zij over een beoordelingsmarge met betrekking tot de maatregelen die moeten worden getroffen voor het verloop van de procedure. Indien zij evenwel geen onderzoek instelt naar eventuele afspraken tussen een van de inschrijvers en een lid van het evaluatiecomité, overschrijdt zij deze beoordelingsmarge en is er sprake van een kennelijke en ernstige miskenning door de Commissie van de grenzen die aan deze beoordelingsbevoegdheid zijn gesteld. Zij begaat derhalve een onrechtmatigheid waarvoor de Gemeenschap aansprakelijk kan worden gesteld.

(cf. punten 75, 77, 79, 93)

3.      De marktdeelnemers moeten de economische risico’s dragen die inherent zijn aan hun activiteiten en die, in het kader van een gunningsprocedure, met name de kosten omvatten die verband houden met de voorbereiding van de offerte. De aldus gemaakte kosten blijven dus ten laste van de onderneming die heeft besloten aan de procedure deel te nemen, daar de mogelijkheid om mee te dingen naar een opdracht niet de zekerheid van de daaruit voortvloeiende gunning van de opdracht inhoudt. Hieruit volgt dat de kosten en uitgaven van een inschrijver wegens deelneming aan een aanbesteding in beginsel geen schade kunnen opleveren die in aanmerking komt voor vergoeding.

Het rechtszekerheids‑ en het vertrouwensbeginsel kunnen zich evenwel tegen de toepassing van artikel 24 van het algemene reglement van de aanbestedingen en de gunning van door het Phare‑ en Tacis-fonds gefinancierde opdrachten verzetten indien een schending van het gemeenschapsrecht in het verloop van de aanbestedingsprocedure de kansen van een inschrijver om een opdracht in de wacht te slepen, ongunstig heeft beïnvloed. Indien de kansen van de inschrijver werden geschaad, dient deze te worden vergoed voor de schade die werd geleden ten gevolge van de kosten in verband met de deelneming aan de procedure.

(cf. punten 98, 102)