Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 6 juli 2021 door de Raad van de Europese Unie tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 21 april 2021 in zaak T-322/19, El-Qaddafi/Raad

(Zaak C-413/21 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirant: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: V. Piessevaux en M. Bishop, gemachtigden)

Andere partij in de procedure: Aisha Muammer Mohamed El-Qaddafi

Conclusies

het bestreden arrest van het Gerecht vernietigen;

definitief uitspraak doen over de punten waarop de onderhavige hogere voorziening betrekking heeft en het beroep van Aisha Muammer Mohamed El-Qaddafi verwerpen;

en

Aisha Muammer Mohamed El-Qaddafi verwijzen in de kosten van de onderhavige hogere voorziening en van zaak T-322/19.

Middelen en voornaamste argumenten

De Raad betoogt dat het Gerecht in het bestreden arrest in zaak T-322/19 op de volgende punten blijk heeft gegeven van een onjuiste beoordeling:

eerste middel: het Gerecht heeft artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 36, gelezen in samenhang met artikel 53, eerste alinea, van het Statuut van het Hof van Justitie geschonden, en besluit (GBVB) 2015/1333 van de Raad1 onjuist uitgelegd;

tweede middel: het Gerecht heeft artikel 8, lid 1, en artikel 9, lid 1, van besluit (GBVB) 2015/1333 van de Raad en artikel 6, lid 1, van verordening 2016/44 van de Raad2 onjuist uitgelegd;

derde middel: het Gerecht heeft de argumenten van de Raad onjuist opgevat, het beginsel geschonden dat memories moeten worden opgevat overeenkomstig de bewoordingen ervan, besluit 2015/1333 van de Raad en verordening 2016/44 van de Raad onjuist uitgelegd, en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie geschonden;

vierde middel: het Gerecht heeft het bewijsmateriaal onjuist opgevat, het beginsel geschonden dat documenten en memories moeten worden opgevat overeenkomstig de bewoordingen ervan, artikel 36, gelezen in samenhang met artikel 53, eerste alinea, van het Statuut van het Hof van Justitie geschonden, en artikel 263 VWEU en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten geschonden.

____________

1 Besluit (GBVB) 2015/1333 van de Raad van 31 juli 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië en tot intrekking van besluit 2011/137/GBVB (PB 2015, L 206, blz. 34).

2 Verordening (EU) 2016/44 van de Raad van 18 januari 2016 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië en tot intrekking van verordening (EU) nr. 204/2011 (PB 2016, L 12, blz. 1).