Language of document :

Beroep ingesteld op 9 september 2011 - Frankrijk / Commissie

(Zaak T-478/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Franse Republiek (vertegenwoordigers: E. Belliard, G. de Bergues, J. Gstalter en J. Rossi, gemachtigden)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

vernietiging van de bestreden beschikking;

verwijzing van de Commissie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met haar verzoekschrift vraagt verzoekster het Gerecht beschikking C(2011) 4376 def. van de Commissie van 29 juni 2011 betreffende steunmaatregel NN 10/2010 betreffende de door de interprofession nationale porcine (hierna: "INAPORC") ondernomen activiteiten, die worden gefinancierd met de door INAPORC van de door haar vertegenwoordigde leden geheven verplicht verklaarde vrijwillige bijdragen (hierna: "VVB"), nietig te verklaren. De Commissie heeft zich op het standpunt gesteld dat deze VVB als met de interne markt verenigbare steun aan te merken maatregelen zijn.

Tot staving van het beroep voert verzoekster één middel aan, te weten schending door de Commissie van het begrip "staatssteun" in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU, doordat zij zich op het standpunt heeft gesteld dat de door INAPORC met de inkomsten uit de VVB ondernomen activiteiten aan de staat kunnen worden toegerekend en met staatsmiddelen worden bekostigd.

Verzoekster betoogt dat de door INAPORC met de inkomsten uit de VVB ondernomen activiteiten voldoen aan de door het Hof in het arrest van 15 juli 2004, Pearle e.a. (C-345/02, Jurispr. blz. I-7139) gestelde voorwaarden opdat verplichte bijdragen die worden geheven door een organisatie die de ondernemingen van een economische sector vertegenwoordigt, niet worden beschouwd als staatsmiddelen waarmee activiteiten worden gefinancierd die aan de staat kunnen worden toegerekend, aangezien:

-    de door INAPORC ondernomen activiteiten zijn vastgesteld door de beroepsorganisatie die de ondernemingen van de betrokken landbouwsector vertegenwoordigt, en niet dienen als instrumenten om een overheidsbeleid ten uitvoer te leggen;

-    de door INAPORC ondernomen activiteiten worden gefinancierd met bij de ondernemingen van de sector geïnde middelen;

-    de financieringswijze en het percentage/bedrag van de bijdragen in het kader van INAPORC worden vastgesteld zonder enige tussenkomst van de staat;

-    de bijdragen voor de financiering van de maatregel moeten worden gebruikt zonder dat de staat daarbij kan ingrijpen.

____________