Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep ingesteld op 9 augustus 2005 - Rounis / Commissie

(Zaak T-311/05)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij(en): Georgios Rounis (Brussel, België) [vertegenwoordiger(s): E. Boigelot, advocaat]

Verwerende partij(en): Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoeker(s) / verzoekster(s)

nietig te verklaren het besluit van de Commissie houdende weigering om een deel van verzoekers bezoldiging [naar het Verenigd Koninkrijk] over te maken ter dekking van de studiekosten van diens dochter tijdens het academiejaar 2003-2004;

een vergoeding voor materiële en immateriële schade toe te kennen wegens de substantiële fouten die op verschillende niveau's zijn gemaakt, welke schade ex aequo et bono wordt geraamd op 13 582,88 EUR, te vermeerderen met rente op de voet van 5,25 % per jaar tot aan de volledige betaling, onder voorbehoud van vermeerdering of vermindering in de loop van de procedure;

verweerster in elk geval te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker, tevens verzoeker in zaak T-17/011, komt met name op tegen de weigering van het tot aanstelling bevoegd gezag (TABG) om 35 % van zijn netto maandelijkse bezoldiging naar het Verenigd Koninkrijk over te maken ter dekking van de kosten van de universitaire studie van zijn dochter.

Dienaangaande zij gepreciseerd dat hij het bewijs heeft geleverd van daadwerkelijke kosten in het Verenigd Koninkrijk en dat bij arrest van 16 mei 2002, aangevuld door het in bovengenoemde zaak gewezen arrest van 30 september 2003, is erkend dat hij recht heeft op een dergelijke overmaking.

Ter ondersteuning van zijn vorderingen stelt verzoeker schending van de artikelen 62 en 67 van het Statuut en van de artikelen 17 van de bijlagen VII en XIII bij het Statuut, eveneens in de versie voortvloeiend uit de inwerkingtreding van het nieuwe Statuut op 1 mei 2004. Hij stelt eveneens schending van algemene rechtsbeginselen, zoals de beginselen van behoorlijk bestuur en goed beheer, het beginsel van eerbiediging van legitieme verwachtingen en het vertrouwensbeginsel, niet-nakoming van de zorgplicht en schending van het beginsel volgens hetwelk het TABG een besluit slechts op ter zake dienende en niet door kennelijke beoordelingsfouten aangetaste gronden kan nemen.

____________

1 - Arresten van 16 mei 2002 (JurAmbt blz. IA-63; Jurispr. blz. II-301) en van 30 september 2003 (JurAmbt blz. IA-221; Jurispr. blz. II-1079).