Language of document :

Beroep ingesteld op 24 maart 2009 - Electrolux / Commissie

(Zaak T-115/09)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: AB Electrolux (Stockholm, Zweden) (vertegenwoordigers: F. Wijckmans en H. Burez, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de bestreden beschikking in haar geheel nietig verklaren op grond dat niet wordt voldaan aan een of meer van de (cumulatieve) voorwaarden van de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden, of althans de Commissie niet rechtens genoegzaam is nagegaan of aan elk van die voorwaarden wordt voldaan;

subsidiair, de beschikking in haar geheel nietig verklaren op grond dat niet is voldaan aan de in artikel 253 EG neergelegde motiveringsplicht;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vordert nietigverklaring van beschikking C(2008) 5995 def. van de Commissie van 21 oktober 2008 waarbij de door de Franse overheid aan de vennootschap FagorBrandt te betalen herstructureringssteun, onder bepaalde voorwaarden, verenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt verklaard [C 44/2007 (ex N 460/2007)]. Verzoekster is een concurrent van de begunstigde van de steun en heeft deelgenomen aan de onderzoeksprocedure die heeft geleid tot de vaststelling van de bestreden beschikking.

Volgens verzoekster schendt de bestreden beschikking artikel 87, lid 3, sub c, EG en de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden.1 Zij acht de beschikking rechtens onjuist op grond dat niet wordt voldaan aan een of meer van de cumulatieve voorwaarden van die richtsnoeren, of althans de Commissie niet rechtens genoegzaam is nagegaan of aan elk van die voorwaarden wordt voldaan. In het bijzonder stelt verzoekster dat de Commissie niet heeft voldaan aan:

de voorwaarde dat steun eenmalig dient te zijn,

de voorwaarde dat herstructureringssteun niet mag worden aangewend om ondernemingen kunstmatig in leven te houden,

de voorwaarden inzake de beoordeling van eerdere, onrechtmatige steun,

de voorwaarde dat de begunstigde van de steun een onderneming in moeilijkheden moet zijn,

de voorwaarde dat de begunstigde van de steun geen nieuw opgerichte onderneming mag zijn,

de voorwaarde dat de begunstigde van de steun zijn levensvatbaarheid op langere termijn moet herstellen,

de voorwaarde dat compenserende maatregelen moeten worden vastgesteld ter voorkoming van ongerechtvaardigde distorsies als gevolg van de herstructureringssteun, en

de voorwaarde dat de steun tot het minimum moet zijn beperkt en dat het concern een reële bijdrage (vrij van steun) moet verrichten.

Voorts maakt de bestreden beschikking volgens verzoekster inbreuk op de motiveringsplicht van artikel 253 EG, met name wat betreft de argumenten die zij heeft aangevoerd met betrekking tot de structurele overcapaciteit in de sector, de bijdrage van de begunstigde in de kosten van het herstructureringsplan die "zo hoog mogelijk" moet zijn en de verplichting tot terugbetaling van eerdere, onrechtmatige steun.

____________

1 - PB 2004, C 244, blz. 2.