Language of document :

Beroep ingesteld op 2 november 2015 – Edeka-Handelsgesellschaft Hessenring/Commissie

(Zaak T-611/15)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Edeka-Handelsgesellschaft Hessenring mbH (Melsungen, Duitsland) (vertegenwoordigers: E. Wagner en H. Hoffmeyer, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

volledige nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 3 september 2015 in zaak 2015/4023, waarbij aan verzoekende partij de toegang tot de niet-vertrouwelijke versie van het besluit van de Commissie van 4 december 2013 in kartelzaak AT/39914 – EIRD en tot de inhoudsopgave van het dossier van de Commissie in deze zaak geheel werd geweigerd, of subsidiair nietigverklaring voor zover de Commissie de toegang tot het gedeelte van de niet-vertrouwelijke versie van dit besluit of van deze inhoudsopgave heeft geweigerd, op de vertrouwelijkheid waarvan door de door het besluit getroffen ondernemingen geen aanspraak was gemaakt of nog werd gemaakt;

subsidiair, ingeval het besluit van de Commissie van 3 september 2015 in zaak 2015/4023, waarbij aan verzoekende partij de toegang tot de niet-vertrouwelijke versie van het besluit van de Commissie van 4 december 2013 in kartelzaak AT/39914 – EIRD en tot de inhoudsopgave van het dossier van de Commissie in deze zaak geheel wordt geweigerd, niet nietig wordt verklaard omdat en voor zover de niet-vertrouwelijke versie van het besluit van de Commissie van 4 december 2013 in kartelzaak AT/39914 – EIRD en/of de niet-vertrouwelijke versie van de inhoudsopgave van het dossier van de Commissie betreffende deze zaak niet bestaat, vaststelling dat de Commissie ten onrechte heeft nagelaten een niet-vertrouwelijke versie van haar besluit van 4 december 2013 in kartelzaak AT/39914 – EIRD en/of een niet-vertrouwelijke versie van de inhoudsopgave in deze zaak op te stellen en aan verzoekende partij over te maken;

verwijzing van de Commissie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekende partij tien middelen aan.

Eerste middel: schending van het grondrecht op een doeltreffende rechterlijke bescherming, van het grondrecht op behoorlijk bestuur en van de motiveringsplicht door het ontbreken van motivering van het bestreden besluit

Tweede middel: schending van het grondrecht op een doeltreffende rechterlijke bescherming en van het recht op voorlichting over rechtsmiddelen door het ontbreken van voorlichting over mogelijke rechtsmiddelen

Derde middel: schending van artikel 4, lid 2, derde streepje, van verordening (EG) nr. 1049/20011

Vierde middel: schending van artikel 4, lid 2, eerste streepje, van verordening (EG) nr. 1049/2001

Vijfde middel: schending van artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening (EG) nr. 1049/2001

Zesde middel: schending van artikel 4, lid 3, tweede alinea, van verordening (EG) nr. 1049/2001

Zevende middel: schending van het grondrecht van toegang tot documenten

Achtste middel: schending van het grondrecht van toegang tot documenten en van het evenredigheidsbeginsel doordat niet minstens een gedeeltelijke toegang werd verleend tot de akten waarvoor om toegang werd verzocht

Negende middel: schending van artikel 101 VWEU door de praktische onmogelijkheid dat verzoekende partij kartelrechtelijke rechten op schadevergoeding onderzoekt en eventueel geldend maakt

Tiende, subsidiaire middel: schending van het recht van verzoekende partij op opstelling van een niet-vertrouwelijke versie van het besluit van de Commissie in kartelzaak AT/39914 – EIRD en van de inhoudsopgave van het dossier van de Commissie betreffende deze zaak [verordening (EG) nr. 1049/2001 en artikel 30, lid 2, van verordening (EG) nr. 1/20032 ]

In dit verband stelt verzoekende partij dat niet was voldaan aan de voorwaarden van de uitzonderingsbepalingen van artikel 4, leden 2 en 3, van verordening (EG) nr. 1049/2001, die ten aanzien van verzoekende partij een niet-onthulling van de door verzoekende partij gevraagde documenten zouden kunnen rechtvaardigen.

____________

1 Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43).

2 Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1, blz. 1).