Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 20 januari 2004 ingesteld door Jacques Verborgh tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-26/04)

Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 20 januari 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Jacques Verborgh, wonende te Aalter (België), vertegenwoordigd door N. Lhoëst, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

─    het besluit van het TABG van 20 december 2002 tot bevestiging van verzoekers aanvankelijke indeling in de rang A7 nietig te verklaren;

─    voor zoveel nodig, het besluit van het TABG van 9 oktober 2003 tot afwijzing van verzoekers klacht nietig te verklaren;

─    verweerster te verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ten vervolge op het arrest van het Gerecht in zaak T-17/951 heeft de Commissie de regels inzake de criteria voor de indeling in rang en salaristrap bij aanwerving gewijzigd. Bij het bestreden besluit heeft zij verzoekers indeling in de rang A7 op de datum van zijn aanwerving bevestigd en bijgevolg zijn verzoek om herindeling afgewezen.

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker aan dat het bestreden besluit niet met redenen is omkleed en stelt hij een kennelijke beoordelingsfout en een vermeende discriminatie tussen verzoeker zelf, wiens verzoek om herindeling is afgewezen, en andere ambtenaren met een even lange beroepservaring als hij die een herindeling hebben verkregen.

____________

1 - Arrest van 5 oktober 1995 van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen, PB C 315, 25/11/95, blz. 14.