Language of document : ECLI:EU:T:2013:702





Beschikking van het Gerecht (Eerste kamer) van 10 december 2013 – von Storch e.a/ECB

(Zaak T‑492/12)

„Beroep tot nietigverklaring – Door de ECB vastgestelde besluiten – Technische kenmerken van rechtstreekse monetaire transacties van het Eurosysteem – Maatregelen om beschikbaarheid van onderpand te waarborgen – Tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en beleenbaarheid van onderpand – Niet rechtstreeks geraakt – Niet‑ontvankelijkheid”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren – Handelingen die rechtspositie van verzoeker wijzigen – Besluiten van de Europese Centrale Bank tot goedkeuring van maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en beleenbaarheid van onderpanden – Geen bindende rechtsgevolgen voor verzoeker – Niet-ontvankelijkheid (Art. 263, vierde alinea, VWEU; richtsnoer van de Europese Centrale Bank ECB/2012/23) (cf. punten 29, 32, 38, 42)

2.                     Grondrechten – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Wettigheidstoetsing van handelingen van de Unie – Modaliteiten – Bescherming van dat recht door de Unierechter of nationale rechter naargelang rechtsaard van bestreden handeling – Mogelijkheid om via beroep tot nietigverklaring of prejudiciële verwijzing geldigheid te doen beoordelen (Art. 263 VWEU, 267 VWEU, 268 VWEU, 277 VWEU en 340, tweede alinea, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47) (cf. punten 44‑46)

3.                     Europese Unie – Rechterlijk toezicht op rechtmatigheid van handelingen van instellingen – Handelingen van algemene strekking – Noodzaak voor natuurlijke of rechtspersonen om via exceptie van onwettigheid of prejudiciële verwijzing geldigheid te doen beoordelen – Verplichting van de nationale rechter om nationale procedureregels toe te passen teneinde toetsing van geldigheid van handelingen van de Unie mogelijk te maken – Inleiding van beroep tot nietigverklaring bij de Unierechter ingeval geen rechtsmiddelen voor nationale rechter openstaan – Daarvan uitgesloten (Art. 19, lid 1, tweede alinea, VEU; art. 263 VWEU, 267 VWEU en 277 VWEU) (cf. punten 47, 48)

Voorwerp

Vordering tot nietigverklaring, primair, van het besluit van de ECB van 6 september 2012 betreffende een aantal technische kenmerken van de rechtstreekse monetaire transacties van het Eurosysteem in de secundaire markten voor overheidsobligaties, en voorts van het besluit van de ECB van 6 september 2012 tot vaststelling van aanvullende maatregelen om de beschikbaarheid van onderpand voor de tegenpartijen te waarborgen teneinde hun toegang tot de liquiditeitsverruimende transacties van het Eurosysteem te handhaven, en, subsidiair, van richtsnoer 2012/641/EU van de ECB van 10 oktober 2012 tot wijziging van richtsnoer ECB/2012/18 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpanden (ECB/2012/23) (PB L 284, blz. 14).

Dictum

1)

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2)

Sven von Storch en de 5 216 andere verzoekers van wie de naam in de bijlage bij de onderhavige beschikking is vermeld worden verwezen in hun eigen kosten en in die van de Europese Centrale Bank (ECB).