Language of document :

Beroep ingesteld op 23 oktober 2012 - RFA International / Commissie

(Zaak T-466/12)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: RFA International, LP (Calgary, Canada) (vertegenwoordiger: B. Evtimov, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

de besluiten C(2012) 5577 def., C(2012) 5585 def., C(2012) 5588 def., C(2012) 5595 def., C(2012) 5596 def., C(2012) 5598 def. en C(2012) 5611 def. van de Commissie van 10 augustus 2012 gedeeltelijk nietig te verklaren, voor zover verzoeksters vordering tot terugbetaling van antidumpingrechten daarbij is afgewezen, behalve wat de bedragen betreft waarvoor de vorderingen niet-ontvankelijk waren verklaard omdat zij na het verstrijken van de wettelijk voorgeschreven termijn waren ingediend;

de Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster twee middelen aan.

Eerste middel:

de Commissie heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door vast te stellen dat het gerechtvaardigd was om alle verkoopkosten, algemene kosten en administratieve kosten, alsook de volledige winst in mindering te brengen van de uitvoerprijs van de CHEMK Group, en door in samenhang daarmee vast te stellen dat het bestaan van één enkele economische eenheid niet relevant is bij de berekening van de uitvoerprijs (met inbegrip van correcties van die uitvoerprijs) op grond van artikel 2, lid 9, van de basisverordening. Voor zover de Commissie zich mogelijkerwijs heeft gebaseerd op de opvatting dat verzoeksters betoog dat één enkele economische eenheid bestaat, dient te worden afgewezen, voert verzoekster aan dat die afwijzing eveneens op een onjuiste rechtsopvatting en/of een kennelijke beoordelingsfout berust.

Tweede middel:

de Commissie heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door vast te stellen dat sprake was van gewijzigde omstandigheden in de zin van artikel 11, lid 9, van de basisverordening en dat het om die reden gerechtvaardigd was de uiteindelijke dumpingmarge met behulp van een andere methode te berekenen. Verzoekster voert ook aan dat de Commissie bijgevolg artikel 11, lid 9, van de basisverordening heeft geschonden, omdat zij een nieuwe methode heeft toegepast, die verschilde van de in het oorspronkelijke onderzoek gehanteerde methode.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343, blz. 51).