Language of document :

Beroep ingesteld op 2 maart 2022 – Svenska Bankföreningen en Länsförsäkringar Bank / Commissie

(Zaak T-112/22)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Ideella föreningen Svenska Bankföreningen med firma Svenska Bankföreningen, Näringsverksamhet (Stockholm, Zweden) en Länsförsäkringar Bank AB (Stockholm) (vertegenwoordigers: P. Hansson, M. Eriksson en M. Persson, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:

het besluit van de Commissie van 24 november 2021 in zaak SA.56348(2021/N) – Zweden: Zweedse belasting op kredietinstellingen1 nietig te verklaren;

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De verzoekende partijen voeren ter ondersteuning van hun beroep één middel aan, namelijk dat de Europese Commissie hun procedurele rechten heeft geschonden door geen formele onderzoeksprocedure in te leiden.

Volgens hen heeft de Commissie tijdens het vooronderzoek van de aangemelde maatregel objectief gezien ernstige moeilijkheden ondervonden, en had zij de formele onderzoeksprocedure moeten inleiden:

de Commissie heeft er geen rekening mee gehouden dat de parameters van het door haar vastgestelde referentiestelsel duidelijk niet strookten met de doelstelling van de risicobelasting;

de Commissie heeft er geen rekening mee gehouden dat de kredietinstellingen die binnen of buiten de werkingssfeer van de risicobelasting vallen, zich gelet op het doel van het belastingstelsel juridisch en feitelijk in een vergelijkbare situatie bevinden;

de Commissie heeft bovendien de rechtspraak van het Hof van Justitie onjuist toegepast waar zij de drempel voor de heffing heeft beoordeeld;

de Commissie is eraan voorbij gegaan dat het verschil in behandeling niet gerechtvaardigd en hoe dan ook onevenredig was,

ten slotte was het door de Commissie tijdens de preliminaire fase verrichte onderzoek ontoereikend en onvolledig.

____________

1 COM(2021) 8637 final, en publicatie in PB 2021 C 511, blz. 2.