Language of document :

Beroep ingesteld op 28 mei 2009 - Italië / Commissie en EPSO

(Zaak T-218/09)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Italiaanse Republiek (vertegenwoordiger: P. Gentili, avvocato dello Stato)

Verwerende partijen: Commissie van de Europese Gemeenschappen en Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (EPSO)

Conclusies

nietigverklaring van de aankondiging van toelatingstoetsen en algemeen vergelijkend onderzoek voor de vaststelling van een reservelijst met het oog op toekomstige aanwerving EPSO/AST/91/09 - Assistenten (AST 3) op het gebied van "Offset"

nietigverklaring van de aankondiging van toelatingstoetsen en algemeen vergelijkend onderzoek voor de vaststelling van een reservelijst met het oog op toekomstige aanwerving EPSO/AST/92/09 - Assistenten (AST 3) op het gebied van "Prepress"

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen de genoemde aankondigingen van vergelijkend onderzoek, voor zover daarin wordt bepaald dat een aantal van de examens in het Duits, het Engels of het Frans moet worden afgelegd.

Ter onderbouwing van het beroep voert de Italiaanse Republiek het volgende aan:

schending van artikel 290 EG, dat de Raad de exclusieve bevoegdheid toekent om de regeling van het taalgebruik voor gemeenschapshandelingen met eenparigheid van stemmen vast te stellen. Verzoekster zet dienaangaande uiteen dat EPSO zich in het onderhavige geval feitelijk in de plaats heeft gesteld van de Raad door voor de twee vergelijkende onderzoeken de regeling van het taalgebruik vast te stellen en daarbij de kandidaten op te leggen, als tweede taal en als taal voor het afleggen van de toelatingstoetsen, twee van de drie schriftelijke examens en het mondelinge examen het Engels, het Frans of het Duits te kiezen met uitsluiting van alle andere talen van de lidstaten;

schending van artikel 12 EG, artikel 22 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, de artikelen 1 en 6 van verordening nr. 1/581 en artikel 28 van het Ambtenarenstatuut. Op dit punt stelt verzoekster dat alle nationale talen van de lidstaten officiële talen en werktalen van de Unie zijn. In een aankondiging van vergelijkend onderzoek kunnen derhalve de talen die de kandidaten als tweede taal kunnen kiezen en waarin de mededelingen met betrekking tot en de examens van het vergelijkend onderzoek zullen plaatsvinden, niet willekeurig tot slechts drie talen worden beperkt. Bovendien moeten ambtenaren ingevolge artikel 28 van het Ambtenarenstatuut naast hun eigen nationale taal een tweede gemeenschapstaal kennen, zonder dat het Engels, het Frans of het Duits daarbij de voorkeur krijgt.

Ten slotte stelt verzoekster schending van artikel 253 EG en van het vertrouwensbeginsel.

____________

1 - Verordening nr. 1 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385-386).