Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel (België) op 23 februari 2022 – BV NORDIC INFO tegen Belgische Staat

(Zaak C-128/22)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster: BV NORDIC INFO

Verweerder: Belgische Staat

Prejudiciële vragen

Moeten de artikelen 2, 4, 5, 27 en 29 van de burgerschapsrichtlijn 2004/381 , die de artikelen 20 en 21 van het VWEU uitvoeren, zo worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan de reglementering van een lidstaat (in casu voortvloeiende uit artikel 18 en 22 van het Ministerieel Besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, na wijziging door respectievelijk artikel 3 en 5 van het Ministerieel besluit van 10 juli 2020) die bij algemene maatregel:

-    aan Belgische onderdanen en hun familieleden alsook aan Unieburgers die op het Belgisch grondgebied verblijven en hun familieleden een principieel uitreisverbod opleggen voor niet-essentiële reizen vanuit België naar landen binnen de EU en de Schengenzone die volgens een, op basis van epidemiologische gegevens uitgewerkte, kleurencode rood zijn ingekleurd;

-    aan niet-Belgische Unieburgers en hun familieleden (die wel of niet een verblijfsrecht hebben op het Belgisch grondgebied) inreisbeperkingen (zoals quarantaines en testen) opleggen voor niet-essentiële reizen vanuit landen binnen de EU en de Schengenzone naar België, die volgens een, op basis van epidemiologische gegevens uitgewerkte kleurencode, rood zijn ingekleurd?

Moeten de artikelen 1, 3 en 22 van de Schengengrenscode1 zo worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan de reglementering van een lidstaat (in casu de artikelen 18 en 22 van het Ministerieel Besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken (na wijziging door respectievelijk artikel 3 en 5 van het Ministerieel besluit van 10 juli 2020) die een uitreisverbod oplegt voor niet-essentiële reizen vanuit België naar landen binnen de EU en de Schengenzone en een inreisverbod vanuit deze landen naar België, dat niet alleen gecontroleerd en gesanctioneerd kan worden, maar dat ook ambtshalve uitgevoerd kan worden door de Minister, de burgemeester en de politiecommandant?

____________

1 Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB 2004, L 158, blz. 77).

1 Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB 2006, L 105, blz. 1).