Language of document :

Beroep ingesteld op 8 februari 2012 - Chen / BHIM - AM Denmark (Cleaning devices)

(Zaak T-55/12)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Su-Shan Chen (Sanchong, Taiwan) (vertegenwoordiger: C. Onken, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij voor de kamer van beroep: AM Denmark A/S (Kokkedal, Denemarken)

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

de beslissing van de derde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 26 oktober 2011 in zaak R 2179/2010-3 te vernietigen;

het BHIM en de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmodel waarvan nietigverklaring wordt gevorderd: model voor reinigingsapparaten - gemeenschapsmodel nr. 1027718-0001

Houder van het gemeenschapsmodel: verzoekster

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmodel vordert: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Motvering van de vordering tot nietigverklaring: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep vordert nietigverklaring van het ingeschreven gemeenschapsmodel op basis van de artikelen 4 tot en met 9 en 25, lid 1, sub e, van verordening (EG) nr. 6/2002; inschrijving nr. 5185079 van een driedimensionaal gemeenschapsmerk voor waren van de klassen 3 en 21

Beslissing van de nietigheidsafdeling: toewijzing van de vordering tot nietigverklaring

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 25, lid 1, sub e, van verordening (EG) nr. 6/2002, aangezien de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat voor het betwiste gemeenschapsmodel gebruik wordt gemaakt van het oudere gemeenschapsmerk. Bovendien mocht de kamer van beroep niet ervan uitgaan dat het oudere merk het voor inschrijving vereiste minimale onderscheidend vermogen heeft. Schending van artikel 9, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009, op grond dat de kamer van beroep dit artikel onjuist heeft toegepast. Anders dan het BHIM betoogt, verleent artikel 9, lid 1, sub b, van de merkenverordening de andere partij in de procedure voor het BHIM immers niet het recht om het gebruik van het betwiste gemeenschapsmodel te verbieden wanneer geen gevaar voor verwarring bestaat. Verzoeksters gemeenschapsmodel en het gemeenschapsmerk van de andere partij voor het BHIM stemmen met name niet dermate overeen dat daardoor gevaar voor verwarring kan ontstaan.

____________