Language of document :

Arrest van het Gerecht van 10 april 2024 – Dexia/GAR (Vooraf te betalen bijdragen voor 2022)

(Zaak T-411/22)1

[„Economische en monetaire Unie – Bankenunie – Gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme voor kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen (GAM) – Gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) – Besluit van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) over de berekening van de vooraf te betalen bijdragen voor de bijdrageperiode 2022 – Artikel 70, lid 2, van verordening (EU) nr. 806/2014 – Onjuiste toepassing van het recht – Beperking in de tijd van de werking van het arrest”]

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Dexia, voorheen Dexia Crédit Local (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordigers: H. Gilliams en J.-M. Gollier, advocaten)

Verwerende partij: Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (vertegenwoordigers: K.-P. Wojcik, J. Kerlin en C. De Falco, gemachtigden, bijgestaan door H.-G. Kamann, F. Louis en P. Gey, advocaten)

Interveniëntes aan de zijde van verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: J. Etienne, M. Menegatti en G. Bartram, gemachtigden), Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: E. d’Ursel, J. Haunold en A. Westerhof Löfflerová, Gemachtigden)

Voorwerp

Met haar beroep krachtens artikel 263 VWEU vordert verzoekster nietigverklaring van besluit SRB/ES/2022/18 van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) van 11 april 2022 over de berekening van de vooraf aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds te betalen bijdragen voor 2022, voor zover dit besluit op haar betrekking heeft.

Dictum

Besluit SRB/ES/2022/18 van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) van 11 april 2022 over de berekening van de vooraf aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds te betalen bijdragen voor 2022 wordt nietig verklaard voor zover het betrekking heeft op Dexia.

De gevolgen van besluit SRB/ES/2022/18 worden ten aanzien van Dexia gehandhaafd totdat de GAR de maatregelen heeft genomen die nodig zijn ter uitvoering van het onderhavige arrest, en dit binnen een redelijke termijn die niet langer mag zijn dan zes maanden te rekenen vanaf de dag waarop het onderhavige arrest onherroepelijk wordt.

De GAR draagt zijn eigen kosten en de kosten van Dexia.

Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie dragen hun eigen kosten.

____________

1     PB C 311 van 16.8.2022.