Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 27 april 2017 – M.G. Tjebbes e.a tegen Minister van Buitenlandse Zaken

(Zaak C-221/17)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Raad van State

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekers: M.G. Tjebbes, G.J.M. Koopman, E. Saleh Abady, L. Duboux

Verweerder: Minister van Buitenlandse Zaken

Prejudiciële vragen

Moeten de artikelen 20 en 21 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, mede in het licht van artikel 7 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, zo worden uitgelegd dat zij, vanwege het ontbreken van een individuele toetsing aan het evenredigheidsbeginsel wat de gevolgen van het verlies van de nationaliteit voor de situatie van betrokkene uit het oogpunt van Unierecht betreft, in de weg staan aan wettelijke regelingen, zoals aan de orde in dit hoofdgeding, die bepalen:

a. dat een meerderjarige, die tevens een nationaliteit van een derde land bezit, de nationaliteit van zijn lidstaat en daarmee het burgerschap van de Unie van rechtswege verliest omdat hij gedurende een ononderbroken periode van tien jaar in het buitenland en buiten de Europese Unie zijn hoofdverblijf heeft gehad, terwijl er mogelijkheden bestaan om die termijn van tien jaar te stuiten?

b. dat een minderjarige onder bepaalde omstandigheden de nationaliteit van zijn lidstaat en daarmee het burgerschap van de Unie van rechtswege verliest ten gevolge van het verlies van de nationaliteit van de ouder, zoals hiervoor bedoeld onder a.?

____________