Language of document :

Beroep ingesteld op 20 mei 2011 - Fellah / Raad

(Zaak T-255/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Zakaria Fellah (New York, Verenigde Staten van Amerika) (vertegenwoordiger: G. Collard, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

vast te stellen dat verordening (EU) nr. 330/2011 van de Raad van 6 april 2011 en besluit 2011/221/GBVB van de Raad van 6 april 2011, op 7 april 2011 in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd, wat verzoeker betreft feitelijke grondslag missen,

bijgevolg:

verordening (EU) nr. 330/2011 van de Raad van 6 april 2011 en besluit 2011/221/GBVB van de Raad van 6 april 2011 nietig te verklaren;

subsidiair, te gelasten dat verzoekers naam wordt geschrapt van de in bijlage bij deze verordening en dit besluit gevoegde lijsten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker twee middelen aan.

Schending van de motiveringsplicht, aangezien de redenen voor het opnemen van verzoekers naam op de lijst van personen en entiteiten waarop de beperkende maatregelen van toepassing zijn stereotiep zijn, en er geen enkel nauwkeurig feit wordt vermeld op grond waarvan de relevantie van deze opneming kan worden beoordeeld.

Kennelijke beoordelingsfout, aangezien:

aan verzoeker wordt verweten aan de financiering van de administratie van L. Gbagbo te hebben bijgedragen, terwijl verzoeker enerzijds voornamelijk bij L. Gbagbo werkzaam was toen deze nog door de internationale gemeenschap als rechtmatig staatshoofd was erkend, en verzoeker anderzijds niet over de middelen beschikte om de administratie van L. Gbagbo te financieren;

de bestreden handelingen sinds 11 april 2011 zonder voorwerp blijken te zijn, aangezien L. Gbagbo op deze datum gevangen is genomen.

____________