Language of document :

Arrest van het Gerecht van 30 maart 2022 – British Airways / Commissie

(Zaak T-341/17)1

[„Mededinging – Mededingingsregelingen – Luchtvrachtmarkt – Besluit waarbij een inbreuk op artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Zwitserland inzake luchtvervoer wordt vastgesteld – Coördinatie van onderdelen van de prijs voor luchtvrachtdiensten (brandstoftoeslag, veiligheidstoeslag, betaling van commissie over toeslagen) – Uitwisseling van informatie – Territoriale bevoegdheid van de Commissie – Motiveringsplicht – Artikel 266 VWEU – Overheidsdwang – Eén enkele voortdurende inbreuk – Bedrag van de geldboete – Waarde van de verkopen – Duur van de deelname aan de inbreuk – Verzachtende omstandigheden – Aanmoediging van mededingingsverstorende gedragingen door overheidsinstanties – Volledige rechtsmacht”]

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: British Airways plc (Harmondsworth, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: J. Turner, R. O’Donoghue, QC, en A. Lyle-Smythe, solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: N. Khan en A. Dawes, gemachtigden, bijgestaan door A. Bates, barrister)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot nietigverklaring van besluit C(2017) 1742 final van de Commissie van 17 maart 2017 inzake een procedure op grond van artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer (zaak AT.39258 – Luchtvracht), voor zover dit besluit verzoekster betreft en, subsidiair, tot intrekking of verlaging van de haar opgelegde geldboete

Dictum

Artikel 1, lid 1, onder e), lid 2, onder e) en lid 3, onder e) van besluit C(2017) 1742 final van de Commissie van 17 maart 2017 betreffende een procedure op grond van artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer (zaak AT.39258 – Luchtvracht), wordt nietig verklaard voor zover het betrekking heeft op de deelname van British Airways plc aan het onderdeel van de enkele voortdurende inbreuk dat de weigering betreft om commissie te betalen over de toeslagen.

Artikel 1, lid 4, onder e), van besluit C(2017) 1742 final wordt nietig verklaard.

Het bedrag van de in artikel 3, onder e), van besluit C(2017) 1742 final, aan British Airways opgelegde geldboete wordt vastgesteld op 84 456 000 EUR.

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten en een derde van de kosten van British Airways.

British Airways zal twee derde van haar eigen kosten dragen.

____________

1     PB C 239 van 24.7.2017.