Language of document :

Mededeling in het PB

 

ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

van 16 december 2004

in de zaken T-120/01 en T-300/01, Carlo De Nicola tegen Europese Investeringsbank1

(Personeel van Europese Investeringsbank - Ontvankelijkheid - Arbeidsvoorwaarden - Tuchtprocedure - Schorsing - Ontslag zonder opzeggingstermijn)

(Procestaal: Italiaans)

In de zaken T-120/01 en T-300/01, Carlo De Nicola, wonende te Rome (Italië), vertegenwoordigd door L. Isola, advocaat, tegen Europese Investeringsbank (gemachtigden: C. Gómez de la Cruz en F. Mantegazza, bijgestaan door C. Camilli, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), betreffende, in zaak T-120/01, zakelijk weergeven, enerzijds een verzoek tot nietigverklaring van de brief van de directeur Personeelszaken van de Europese Investeringsbank van 6 maart 2001 betreffende de voorwaarden voor de herplaatsing van verzoeker ten vervolge op het arrest van het Gerecht van 23 februari 2001, De Nicola/EIB (T-7/98, T-208/98 en T-109/99, JurAmbt. blz. I-A-49 en II-185) en van het besluit van de president van de Bank van 22 mei 2001 waarbij verzoeker werd geschorst in de uitoefening van zijn functie, en anderzijds een vordering tot schadevergoeding, en in zaak T-300/01, zakelijk weergegeven, enerzijds een verzoek tot nietigverklaring van het besluit van de president van de Bank van 6 september 2001 waarbij verzoeker zonder opzeggingstermijn en zonder vertrektoelage werd ontslagen, en anderzijds een vordering tot schadevergoeding, heeft het Gerecht (Derde kamer), samengesteld als volgt: J. Azizi, kamerpresident, M. Jaeger en A. W. H. Meij, rechters; griffier: J. Plingers, administrateur, op 16 december 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

Het besluit van verweerster van 22 mei 2001 waarbij verzoeker werd geschorst, wordt nietig verklaard.

Het besluit van verweerster van 6 september 2001 waarbij verzoeker werd ontslagen, wordt nietig verklaard.

Verweerster betaalt verzoeker wegens onvolledige tenuitvoerlegging van punt 2 van het dictum van het arrest van 23 februari 2001 een bedrag van 3 716 EUR, in voorkomend geval vermeerderd met een financiële compensatie van de niet opgenomen verlofdagen, vermeerderd met moratoire interessen vanaf 1 juni 2001 tot op de datum van daadwerkelijke betaling. De moratoire interessen worden berekend op basis van de door de Europese Centrale Bank tijdens de betrokken periode voor de basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet, vermeerderd met twee procentpunten.

Verweerster betaalt verzoeker een bedrag van 2 315 EUR aan bezoldigingen die deze over de periode van 1 maart 2001 tot en met 31 augustus 2001 niet heeft ontvangen, vermeerderd met moratoire interessen vanaf 1 juni 2001 tot op de datum van daadwerkelijke betaling. De moratoire interessen worden berekend op basis van de door de Europese Centrale Bank tijdens de betrokken periode voor de basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet, vermeerderd met twee procentpunten.

Verweerster betaalt verzoeker de bezoldigingen die deze sedert 1 september 2001 niet heeft ontvangen, vermeerderd met moratoire interessen, onder aftrek van het bedrag van 1 290 EUR dat aan verzoeker als mobiliteitsvergoeding voor de maand september 2001 is betaald. De moratoire interessen worden berekend op basis van de door de Europese Centrale Bank tijdens de betrokken periode voor de basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet, vermeerderd met twee procentpunten.

Verweerster wordt veroordeeld tot betaling aan verzoeker van een bedrag van 10 00 EUR ter vergoeding van diens immateriële schade.

Verweerster zal haar eigen kosten dragen, daaronder begrepen die welke op de procedures in kort geding zijn gevallen, alsmede de helft van de kosten die verzoeker zijn opgekomen in de zaken T-120/01 en T-300/01 alsmede in de kortgedingprocedures in die zaken.

De beroepen worden verworpen voor het overige.

____________

1 - PB C 227 van 11.8.2001 en PB C 44 van 16.2.2002.