Language of document : ECLI:EU:C:2016:704

Zaak C221/15

Strafzaak

tegen

Établissements Fr. Colruyt NV

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het hof van beroep Brussel)

„Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2011/64/EU – Artikel 15, lid 1 – Vrije vaststelling, door fabrikanten en importeurs, van maximumkleinhandelsprijzen voor tabaksfabricaten – Nationale regeling houdende een verbod op de verkoop van dergelijke producten door detailhandelaars tegen prijzen die lager zijn dan de op de fiscale zegel vermelde prijzen – Vrij verkeer van goederen – Artikel 34 VWEU – Verkoopmodaliteiten – Artikel 101 VWEU juncto artikel 4, lid 3, VEU”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 21 september 2016

1.        Prejudiciële vragen – Ontvankelijkheid – Grenzen – Kennelijk irrelevante vragen en hypothetische vragen gesteld in een context waarin een nuttig antwoord is uitgesloten – Noodzaak om het Hof voldoende preciseringen over de feitelijke en juridische context te verstrekken

(Art. 267 VWEU)

2.        Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van het Hof – Grenzen – Bevoegdheid van de nationale rechter – Beoordeling van de nationale wettelijke regeling

(Art. 267 VWEU)

3.        Fiscale bepalingen – Harmonisatie van de wetgevingen – Belasting, andere dan omzetbelasting, op het verbruik van tabaksfabrikaten – Nationale regeling houdende een verbod op de verkoop van tabaksfabricaten door detailhandelaars tegen prijzen die lager zijn dan de op de fiscale zegel vermelde prijzen – Toelaatbaarheid – Voorwaarde

(Richtlijn 2011/64 van de Raad, art. 15, lid 1)

4.        Vrij verkeer van goederen – Kwantitatieve beperkingen – Maatregelen van gelijke werking – Nationale regeling houdende een verbod op de verkoop van tabaksfabricaten door detailhandelaars tegen prijzen die lager zijn dan de op de fiscale zegel vermelde prijzen – Niet‑discriminerende maatregel tot regeling van de verkoopmodaliteiten – Niet‑toepasselijkheid van artikel 34 VWEU

(Art. 34 VWEU)

5.        Mededinging – Unieregels – Verplichtingen van de lidstaten – Verbod op het nemen of handhaven van maatregelen die het nuttig effect van deze regels in gevaar brengen

(Art. 4, lid 3, VEU; art. 101 VWEU)

6.        Mededinging – Unieregels – Verplichtingen van de lidstaten – Nationale regeling houdende een verbod op de verkoop van tabaksfabricaten door detailhandelaars tegen prijzen die lager zijn dan de op de fiscale zegel vermelde prijzen – Toelaatbaarheid

(Art. 4, lid 3, VEU; art. 101 VWEU)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 14)

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 15)

3.      Artikel 15, lid 1, van richtlijn 2011/64 betreffende de structuur en de tarieven van de accijns op tabaksfabricaten moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale regeling die detailhandelaars verbiedt om tabaksproducten te verkopen tegen een eenheidsprijs die lager is dan de prijs die de fabrikant of de importeur op de fiscale zegel van die producten heeft gezet, voor zover die prijs vrijelijk is vastgesteld door de fabrikant of de importeur.

Artikel 15, lid 1, eerste alinea, van richtlijn 2011/64 heeft immers tot doel te waarborgen dat de toepassing van de regels betreffende de accijns op tabaksproducten geen afbreuk doet aan de eisen inzake de mededinging, die, zoals blijkt uit overweging 10 van die richtlijn, een regeling impliceren waarbij de prijzen voor alle groepen tabaksfabricaten vrij tot stand worden gebracht door de producenten of de importeurs. Aangezien die nationale regeling niet tot doel heeft, de vaststelling van de door de producent of de importeur op de fiscale zegel gezette prijs te regelen, en niet anderszins betrekking heeft op de toepassing van de accijns op tabaksproducten, heeft zij bijgevolg geen betrekking op de in artikel 15, lid 1, van richtlijn 2011/64 bedoelde situatie en is zij derhalve niet in strijd met dat artikel.

(zie punten 26, 28, 29, 31, dictum 1)

4.      Artikel 34 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale regeling die detailhandelaars verbiedt om tabaksproducten te verkopen tegen een eenheidsprijs die lager is dan de prijs die de fabrikant of de importeur op de fiscale zegel van die producten heeft gezet, voor zover die prijs vrijelijk is vastgesteld door de importeur.

Een dergelijke regeling moet immers worden geacht betrekking te hebben op verkoopmodaliteiten. Die regeling is van toepassing op alle betrokken marktdeelnemers die op het nationale grondgebied activiteiten ontplooien. Voorts kan die regeling, voor zover zij geen betrekking heeft op de vaststelling, door importeurs van producten uit andere lidstaten, van de op die zegel vermelde prijs en voor zover die importeurs vrij blijven om die prijs vast te stellen, de toegang van tabaksproducten uit een andere lidstaat tot de markt van een lidstaat niet verhinderen of in sterkere mate belemmeren dan de toegang van nationale tabaksproducten tot diezelfde markt.

(zie punten 37‑39, 41, dictum 2)

5.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 43, 44)

6.      Artikel 101 VWEU juncto artikel 4, lid 3, VEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale regeling die detailhandelaars verbiedt om tabaksproducten te verkopen tegen een eenheidsprijs die lager is dan de prijs die de fabrikant of de importeur op de fiscale zegel van die producten heeft gezet.

Een dergelijke regeling verplicht of begunstigt het tot stand komen van overeenkomsten tussen leveranciers en detailhandelaars immers niet, maar is op zich al voldoende voor zover zij rechtstreeks tot gevolg heeft de door detailhandelaars toegepaste prijs vast te stellen. Voorts legt zij de verantwoordelijkheid voor de vaststelling van de door detailhandelaars toegepaste prijs of andere besluiten tot interventie op economisch gebied niet bij de particuliere marktdeelnemers.

(zie punten 46, 47, 49, dictum 3)