Language of document :

Arrest van het Gerecht van 15 mei 2024 – Russian Direct Investment Fund/Raad

(Zaak T-235/22)1

(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren – Verbod om te investeren in, deel te nemen of anderszins bij te dragen aan projecten die worden medegefinancierd door verzoeker – Bevoegdheid van het Gerecht – Beroep tot nietigverklaring – Procesbevoegdheid – Ontvankelijkheid – Exceptie van onwettigheid – Kennelijk onjuiste beoordeling – Rechten van de verdediging – Vrijheid van ondernemerschap – Evenredigheid”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Russian Direct Investment Fund (Moskou, Rusland) (vertegenwoordigers: K. Scordis en A. Gavrielides, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: A. Antoniadis en M. Bishop, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J.-F. Brakeland, C. Giolito en M. Carpus Carcea, gemachtigden)

Voorwerp

Met zijn verzoek krachtens artikel 263 VWEU vordert verzoeker in wezen nietigverklaring van besluit (GBVB) 2022/346 van de Raad van 1 maart 2022 tot wijziging van besluit 2014/512/GBVB betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB 2022, L 63, blz. 5) en van verordening (EU) 2022/345 van de Raad van 1 maart 2022 tot wijziging van verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB 2022, L 63, blz. 1), voor zover deze handelingen hem betreffen.

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Russian Direct Investment Fund wordt verwezen in zijn eigen kosten en in die van de Raad van de Europese Unie.

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.

____________

1     PB C 237 van 20.6.2022.