Language of document : ECLI:EU:T:2018:263

Zaak T283/15

Esso Raffinage

tegen

Europees Agentschap voor chemische stoffen

„REACH – Beoordeling van het dossier – Nalevingscontrole van registraties – Controle van de ingediende informatie en follow-up van de beoordeling van het dossier – Niet-nalevingsverklaring – Bevoegdheid van het Gerecht – Beroep tot nietigverklaring – Voor beroep vatbare handeling – Rechtstreekse en individuele geraaktheid – Ontvankelijkheid – Rechtsgrondslag – Artikelen 41, 42 en 126 van verordening (EG) nr. 1907/2006”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 8 mei 2018

1.      Beroep tot nietigverklaring – Bevoegdheid van de Unierechter – Vorderingen strekkende tot een bevel aan een instelling – Daarvan uitgesloten

(Art. 263 VWEU)

2.      Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren – Brief van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) aan een lidstaat waarin wordt vastgesteld dat verordening nr. 1907/2006 is geschonden omdat het registratiedossier voor een stof niet voldoet aan de eisen – Daaronder begrepen

(Art. 263 VWEU; verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 41, lid 4, en 126)

3.      Harmonisatie van de wetgevingen – Registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen – REACH-verordening – Beoordelingsprocedure – Controle of de registratiedossiers voldoen aan de eisen – Vaststelling van een besluit waarbij de aanvrager wordt gelast zijn dossier in overeenstemming te brengen – Geen antwoord – Gevolgen

(Verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 41, lid 3, en 42, lid 1, en bijlage XI)

4.      Harmonisatie van de wetgevingen – Registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen – REACH-verordening – Beoordelingsprocedure – Controle of de registratiedossiers voldoen aan de eisen – Dossier dat niet voldoet aan de eisen – Gevolgen – Verdeling van de bevoegdheden tussen het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) en de lidstaten

(Verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 6, lid 1, 41, leden 1 en 35, 42, leden 1 en 2, en 126)

5.      Beroep tot nietigverklaring – Beroep ingesteld door de natuurlijke of de rechtspersoon tot wie de bestreden handeling is gericht – Begrip persoon tot wie de handeling is gericht – Persoon tot wie een kopie van de handeling is gericht – Daarvan uitgesloten

(Art. 263, vierde alinea, VWEU)

6.      Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken – Brief van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) aan een lidstaat waarin wordt vastgesteld dat verordening nr. 1907/2006 is geschonden omdat het registratiedossier voor een stof niet voldoet aan de eisen – Beroep van een onderneming die de registratieaanvraag heeft ingediend – Ontvankelijkheid

(Art. 263, vierde alinea, VWEU; verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 41, lid 3, en 42, lid 1)

7.      Harmonisatie van de wetgevingen – Registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen – REACH-verordening – Beoordelingsprocedure – Controle of de registratiedossiers voldoen aan de eisen – Dossier dat niet voldoet aan de eisen – Gevolgen – Verdeling van de bevoegdheden tussen het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) en de lidstaten – Niet-naleving door ECHA van de nadere regels voor de uitoefening van zijn bevoegdheid – Ontoelaatbaarheid

(Verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 41, lid 3, en 42, lid 1)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 39)

2.      Alle door de instellingen vastgestelde bepalingen, ongeacht de vorm ervan, die tot doel hebben als zodanig dwingende rechtsgevolgen tot stand te brengen, moeten worden aangemerkt als voor beroep vatbare handelingen in de zin van artikel 263 VWEU.

Dat is het geval voor een brief van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) aan een lidstaat, waarin in dwingende en definitieve bewoordingen is uiteengezet waarom het van mening is dat de informatie die door een aanvrager van de registratie van een stof is ingediend als reactie op een besluit van ECHA waarin wordt vastgesteld dat het registratiedossier niet voldoet aan verordening nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), niet volstond om te voldoen aan de uit dat besluit voortvloeiende vereisten, en dat er sprake is van een geval van niet-nakoming van de verplichtingen van artikel 41, lid 4, van die verordening, en waarin de lidstaat wordt verzocht de nodige maatregelen te nemen voor het opleggen en toepassen van sancties overeenkomstig artikel 126 van die verordening. In die omstandigheden reiken de gevolgen van de bestreden handeling verder dan het eenvoudigweg verstrekken van informatie aan die lidstaat en is de bestreden handeling meer dan een louter technisch advies of een loutere gedetailleerde feitelijke uiteenzetting van de redenen waarom de registrant zijn verplichtingen krachtens verordening nr. 1907/2006 niet heeft nageleefd. De bestreden handeling moet derhalve worden geacht bindende rechtsgevolgen te hebben, zowel ten aanzien van de aanvrager van de registratie als ten aanzien van de betrokken lidstaat, en derhalve een handeling te vormen waartegen beroep tot nietigverklaring kan worden ingesteld.

(zie punten 49, 67, 69, 70, 72)

3.      In het kader van de beoordeling van de registratiedossiers die het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) verricht, kan ECHA volgens artikel 41, lid 3, van verordening (EG) nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) een ontwerpbesluit opstellen waarbij de registrant of registranten worden verplicht de informatie in te dienen die nodig is om de registratie(s) aan de desbetreffende informatie-eisen te laten voldoen. Overeenkomstig artikel 42, lid 1, van die verordening onderzoekt ECHA alle informatie die ingevolge een besluit overeenkomstig artikel 41 van deze verordening wordt ingediend en stelt het zo nodig passende ontwerpbesluiten op overeenkomstig deze laatste bepaling.

Gelet op het feit dat de controle door ECHA naar aanleiding van een eerste besluit waarbij de registrant wordt gelast het registratiedossier in overeenstemming te brengen, slechts de voortzetting van één en dezelfde procedure is, moet worden vastgesteld dat indien de registrant de verlangde informatie in het geheel niet verstrekt, er geen nieuwe conformiteitsbeoordeling van het dossier en bijgevolg geen nieuw besluit in de zin van artikel 42, lid 1, van verordening nr. 1907/2006 vereist is. Wanneer de registrant daarentegen, in antwoord op het besluit waarbij wordt gelast het registratiedossier in overeenstemming te brengen, gebruikmaakt van de in bijlage XI bij die verordening geboden mogelijkheid om de standaardtestregeling aan te passen en de ingediende informatie niet kennelijk ongefundeerd is in het licht van de voorschriften van die bijlage en dus niet neerkomt op misbruik van de procedure, beoordeelt ECHA die aanpassingen. ECHA beoordeelt of die aanpassingen in overeenstemming zijn met de voorwaarden van bijlage XI bij verordening nr. 1907/2006, ongeacht of de aanpassingen in kwestie gebaseerd zijn op nieuwe en substantiële feiten die onbekend waren op het tijdstip waarop overeenkomstig artikel 41, lid 3, van die verordening een eerste besluit waarbij wordt gelast het registratiedossier in overeenstemming te brengen, wordt genomen.

(zie punten 55, 57, 62, 63)

4.      Uit artikel 6, lid 1, artikel 41, leden 1 en 3 tot en met 5, artikel 42, leden 1 en 2, en artikel 126 van verordening nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) blijkt dat het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) als enige bevoegd is om over te gaan tot de nalevingscontrole van een registratiedossier. Deze controle kan tot de vaststelling van een aantal besluiten leiden.

Indien ECHA van mening is dat het gecontroleerde dossier niet voldoet aan de desbetreffende informatievereisten, moet het de procedure van artikel 41, lid 3, van verordening nr. 1907/2006 inleiden. In dit verband volgt uit de verwijzing in die bepaling naar artikel 51 van verordening nr. 1907/2006 betreffende de procedure voor de vaststelling van het besluit waarin de verplichting om het registratiedossier in overeenstemming te brengen formeel wordt vastgelegd, dat dit besluit moet worden vastgesteld door ECHA indien de lidstaten met eenparigheid van stemmen overeenstemming over het ontwerpbesluit bereiken en door de Commissie indien de lidstaten geen overeenstemming bereiken. Ongeacht wie de auteur van het besluit is, staat het in de actuele stand van verordening nr. 1907/2006 opnieuw aan ECHA om, binnen de bevoegdheid die het bij artikel 42, lid 1, van deze verordening uitdrukkelijk is verleend, alle ingevolge dat besluit ingediende informatie te onderzoeken en zo nodig een nieuw ontwerpbesluit op te stellen.

Hieruit volgt dus dat artikel 126 van verordening nr. 1907/2006, gelezen in samenhang met artikel 42, lid 1, van deze verordening, in een dergelijke context impliceert dat het aan de lidstaten is om passende sancties op te leggen aan registranten voor wie in overeenstemming met die laatste bepaling is vastgesteld dat zij hun verplichtingen niet hebben nageleefd. In dat verband kan een registrant zijn dossier weliswaar altijd in overeenstemming brengen na de vaststelling van een besluit waarin overeenkomstig artikel 42, lid 1, van verordening nr. 1907/2006 wordt vastgesteld dat de eisen niet zijn nageleefd, maar de rol van de lidstaten in het kader van artikel 126 van die verordening bestaat erin te beoordelen of, gelet op de omstandigheden van elk geval, doeltreffende, evenredige en ontmoedigende sancties moeten worden opgelegd voor de periode gedurende welke de betrokken registrant zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 41, lid 4, van verordening nr. 1907/2006 niet heeft nageleefd.

(zie punten 60, 61)

5.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 88, 89)

6.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 91, 92, 95‑97)

7.      Uit de verdeling van de bevoegdheden voor de dossierbeoordeling blijkt dat het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) deze beoordeling uitvoert overeenkomstig de nadere regels van de artikelen 41 en 42 van verordening nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH). ECHA moet zich bij de uitoefening van zijn bevoegdheden aan deze regels houden zonder aan dit rechtskader voorbij te kunnen gaan door een ander instrument te gebruiken dan het in de artikelen 41 en 42 van verordening nr. 1907/2006 bedoelde besluit. In dit verband is een brief van ECHA aan een lidstaat waarin wordt vastgesteld dat een registratiedossier niet voldoet aan de eisen, gelet op de inhoud ervan, een handeling die neerkomt op een besluit dat ECHA had moeten voorbereiden op grond van artikel 42, lid 1, van verordening nr. 1907/2006 en dat uiteindelijk had moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 41, lid 3, van deze verordening. Gelet op het feit dat, ten eerste, artikel 41, lid 3, van verordening nr. 1907/2006 voorziet in de vaststelling van een besluit volgens de procedure van artikel 51 van die verordening en, ten tweede, deze procedure in casu niet is gevolgd, heeft ECHA zijn bevoegdheden uitgeoefend zonder de desbetreffende nadere regels in acht te nemen.

(zie punten 108, 109)