Language of document :

Arrest van het Gerecht van 25 oktober 2018 – KF / Satcen

(Zaak T-286/15)1

(„Beroep tot nietigverklaring en tot schadevergoeding – Personeel van Satcen – Arbeidscontractanten – Bevoegdheid van de rechterlijke instanties van de Unie – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Artikel 24 VEU – Artikelen 263, 268, 270 en 275 VWEU – Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten – Gelijke behandeling – Besluiten 2014/401/GBVB en 2009/747/GBVB – Commissie van beroep van Satcen – Exceptie van onwettigheid – Verzoek om bijstand – Regels betreffende het administratieve onderzoek – Schorsing – Tuchtprocedure – Tuchtrechtelijk ontslag – Beginsel van behoorlijk bestuur – Vereiste van onpartijdigheid – Recht om te worden gehoord – Toegang tot het dossier – Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorbarige vorderingen tot schadevergoeding – Immateriële schade”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: KF (vertegenwoordigers: A. Kunst, advocaat, en N. Macaulay, barrister)

Verwerende partij: Satellietcentrum van de Europese Unie (Satcen) (vertegenwoordigers: L. Defalque en A. Guillerme, advocaten)

Interveniënt aan de zijde van verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: F. Naert en M. Bauer, gemachtigden)

Voorwerp

Enerzijds, een vordering op grond van artikel 263 VWEU strekkende tot nietigverklaring van de beslissingen van de directeur van Satcen van 5 juli 2013 houdende opening van een tuchtprocedure tegen verzoekster, schorsing van verzoekster en afwijzing van verzoeksters verzoek om bijstand en van 28 februari 2014 houdende tuchtrechtelijk ontslag van verzoekster, alsmede van de beslissing van de commissie van beroep van Satcen van 26 januari 2015 houdende bevestiging van bovengenoemde beslissingen, en, anderzijds, een vordering op grond van artikel 268 VWEU strekkende tot vergoeding van de schade die verzoekster stelt te hebben geleden.

Dictum

De beslissing van de commissie van beroep van het Satellietcentrum van de Europese Unie (Satcen) van 26 januari 2015 wordt nietig verklaard.

De beslissing van de directeur van Satcen van 5 juli 2013 houdende schorsing van KF wordt nietig verklaard.

De beslissing van de directeur van Satcen van 28 februari 2014 houdende tuchtrechtelijk ontslag van KF wordt nietig verklaard.

Satcen wordt ertoe veroordeeld KF een bedrag van 10 000 EUR te betalen ter vergoeding van de immateriële schade die zij heeft geleden.

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

Satcen wordt verwezen in zijn eigen kosten en in die van KF.

De Raad van de Europese Unie zal zijn eigen kosten dragen.

____________

1     PB C 302 van 14.9.2015.