Language of document :

Arrest van het Gerecht van 17 april 2024 – Cogebi en Cogebi/Raad

(Zaak T-782/22)1

[„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren – Verbod op de aankoop, invoer of overdracht, direct of indirect, in de Unie, van goederen die aanzienlijke inkomsten genereren voor Rusland en die zijn opgenomen in bijlage XXI bij verordening (EU) nr. 833/2014 – Producten van mica – Beroep tot nietigverklaring – Regelgevingshandeling zonder uitvoeringsmaatregelen die rechtstreeks gevolgen heeft voor de rechtspositie van de importeurs– Ontvankelijkheid – Motiveringsplicht – Recht om te worden gehoord – Recht op toegang tot het dossier – Vrijheid van ondernemerschap – Evenredigheid”]

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Cogebi (Brussel, België), Cogebi, a.s. (Tábor, Tsjechië) (vertegenwoordiger: H. over de Linden, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en E. Nadbath, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Republiek Estland (vertegenwoordiger: M. Kriisa, gemachtigde), Europese Commissie (vertegenwoordigers: J.-F. Brakeland, M. Carpus Carcea en L. Puccio, gemachtigden)

Voorwerp

Met hun beroep krachtens artikel 263 VWEU vorderen verzoeksters nietigverklaring van artikel 3 decies van verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB 2014, L 229, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EU) 2022/1904 van de Raad van 6 oktober 2022 (PB 2022, L 259 I, blz. 3), voor zover GN-code 6814 (bewerkt mica en werken van mica) bij verordening 2022/1904 wordt toegevoegd aan de lijst van goederen die aanzienlijke inkomsten voor de Russische Federatie genereren en zijn genoemd in bijlage XXI bij verordening nr. 833/2014 en waarvan de aankoop, invoer of overdracht, direct of indirect, in de Europese Unie krachtens artikel 3 decies van deze verordening verboden is.

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Cogebi en Cogebi dragen hun eigen kosten en die van de Raad van de Europese Unie, daaronder begrepen de kosten van de procedure in kort geding.

De Europese Commissie en de Republiek Estland dragen hun eigen kosten.

____________

1     PB C 35 van 30.1.2023.