Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Essen (Duitsland) op 10 februari 2022 – DC / HJ

(Zaak C-97/22)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Landgericht Essen

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: DC

Verwerende partij: HJ

Prejudiciële vraag

Moet artikel 14, lid 5, van richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 85/577/EEG en van richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad1 aldus worden uitgelegd dat in het geval dat de klant zijn wilsverklaring tot het sluiten van een bouwovereenkomst buiten verkoopruimten pas herroept nadat de handelaar zijn prestatie reeds (volledig) heeft geleverd, elk recht van de handelaar op schadeloosstelling of vergoeding ook is uitgesloten wanneer weliswaar niet is voldaan aan de voorwaarden voor een recht op schadeloosstelling volgens de bepalingen die de rechtsgevolgen van de herroeping regelen, maar het vermogen van de klant door de bouwprestaties van de handelaar is toegenomen, dat wil zeggen dat hij is verrijkt?

____________

1 PB 2011, L 304, blz. 64.