Language of document : ECLI:EU:T:2005:109

Zaak T‑285/03

Agraz, SA e.a.

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Landbouw – Gemeenschappelijke ordening van markten in sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit – Productiesteun voor verwerkte producten op basis van tomaten – Wijze van berekening van bedrag – Verkoopseizoen 2000/2001”

Samenvatting van het arrest

1.      Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Beoordelingsvrijheid van gemeenschapsinstellingen – Grenzen – Eerbiediging van door communautaire rechtsorde geboden waarborgen in administratieve procedures – Inaanmerkingneming, voor vaststelling van productiesteun, van prijs van basisproduct in een van voornaamste producerende en exporterende landen – Geen – Onrechtmatigheid die kan leiden tot niet-contractuele aansprakelijkheid van Gemeenschap

(Verordening nr. 2201/96 van de Raad, art. 4, leden 1 en 2; verordening nr. 1519/2000 van de Commissie)

2.      Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Reële en zekere schade veroorzaakt door onrechtmatige handeling – Bewijslast

(Art. 235 EG en 288, tweede alinea, EG)

1.      Op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid beschikt de Commissie over een beoordelingsmarge, waarbij zij uit hoofde van het zorgvuldigheidsbeginsel en het beginsel van behoorlijk bestuur gehouden is de voor de uitoefening van haar discretionaire bevoegdheid onmisbare feitelijke gegevens te verzamelen. In een geval waarin een communautaire instelling over een ruime beoordelingsvrijheid beschikt, is de eerbiediging van de door de communautaire rechtsorde geboden procedurele waarborgen namelijk van des te fundamenteler belang. Tot die waarborgen behoort in het bijzonder de verplichting voor de bevoegde instelling om alle relevante gegevens van het geval zorgvuldig en onpartijdig te onderzoeken.

Aangaande verordening nr. 1519/2000 tot vaststelling – voor het verkoopseizoen 2000/2001 – van de minimumprijs en het steunbedrag voor verwerkte producten op basis van tomaten, is de Commissie, door geen rekening te houden met de prijs van het basisproduct in een van de voornaamste producerende en exporterende landen, te weten China, voorbijgegaan aan de dwingende voorwaarden van artikel 4, leden 1 en 2, van verordening nr. 2201/96 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit, waarin de gegevens zijn neergelegd waarmee de Commissie bij het vaststellen van het bedrag aan productiesteun rekening moet houden.

Een dergelijke onrechtmatigheid, die een voldoende gekwalificeerde schending vormt van een regel die particulieren rechten toekent, kan leiden tot de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap voor de schadelijke gevolgen ervan.

(cf. punten 49, 61)

2.      In het kader van de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap moet de schade waarvoor vergoeding wordt gevorderd, reëel en zeker zijn. De verzoekende partij moet aan de gemeenschapsrechter bewijsmateriaal overleggen om het bestaan en de omvang van de schade die zij stelt te hebben geleden, te bewijzen. Derhalve moet het beroep tot schadevergoeding worden verworpen indien de door verzoekers berekende schade niet zeker is.

(cf. punten 70‑71, 77)