Language of document :

Beroep ingesteld op 21 december 2006 - Foshan City Nanhai Golden Step Industrial / Raad

(Zaak T-410/06)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Foshan City Nanhai Golden Step Industrial Co. Ltd (Hong Kong, China) (vertegenwoordigers: I. MacVay, solicitor, R. Thompson, QC en K. Beal, barrister)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

nietig te verklaren verordening (EG) nr. 1472/2006 van de Raad, voor zover deze verzoekster betreft;

de Raad te verwijzen in verzoeksters kosten van deze procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster verzoekt overeenkomstig artikel 230 EG om nietigverklaring van de bestreden verordening, voor zover daarbij definitieve antidumpingrechten worden geheven op haar exporten naar de Europese Unie.

Tot staving van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan:

Verzoekster betoogt dat de berekening door de Commissie van de winstmarge die moet worden gebruikt voor de samengestelde waarde van verzoeksters normale waarde een kennelijke fout vertoont en/of haar rechten van de verdediging schendt.

Voorts stelt verzoekster dat de Commissie niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 3 van de basisverordening en/of een kennelijke beoordelingsfout heeft gemaakt, aangezien zij geen rekening heeft gehouden met relevante informatie met betrekking tot de structuur van de markt, in het bijzonder met de belangrijke rol die onafhankelijke tussenpersonen speelden bij de levering van de door verzoekster vervaardigde producten.

Verder heeft de Commissie, door geen mededeling te verstrekken met betrekking tot de radicale wijziging van de definitieve maatregelen die de Commissie tussen 7 juli en 28 juli 2006 heeft voorgesteld, artikel 20 van de basisverordening en/of wezenlijke vormvoorschriften en/of haar rechten van de verdediging geschonden.

Ten slotte verklaart verzoekster dat de bestreden verordening een kennelijke beoordelingsfout vertoont met betrekking tot de omvang en de duur van de schending die wordt ingeroepen ter rechtvaardiging van een bepaling van de materiële schade en het opleggen van rechten aan verzoekster.

____________