Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal du travail de Liège (België) op 18 augustus 2021 – FU / Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil)

(Zaak C-505/21)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal du travail de Liège

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: FU

Verwerende partij: Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil)

Prejudiciële vragen

Moet artikel 27, lid 3, van verordening (EU) nr. 604/20131 (Dublin III-verordening), in voorkomend geval gelezen in het licht van artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling die bepaalt dat een gewoon beroep tot schorsing dat wordt ingesteld met het beroep tot nietigverklaring van een besluit tot overdracht van de verzoeker aan een lidstaat die bevoegd is verklaard om kennis te nemen van het verzoek om internationale bescherming, niet de uitvoering van de overdracht opschort totdat over de genoemde vordering tot schorsing uitspraak is gedaan?

Moet artikel 27, lid 3, van verordening nr. 604/2013, in voorkomend geval gelezen in het licht van artikel 47 van het Handvest, aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling die bepaalt dat een beroep tot schorsing dat wordt ingesteld tegen een besluit tot overdracht van de verzoeker aan een lidstaat die bevoegd is om kennis te nemen van het verzoek om internationale bescherming, de uitvoering van de overdracht slechts opschort totdat over de genoemde vordering tot schorsing uitspraak is gedaan indien de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid is ingesteld, wanneer de verzoeker het voorwerp is van een verwijderings- of terugdrijvingsmaatregel waarvan de tenuitvoerlegging imminent is, in het bijzonder indien hij in bewaring is gesteld of ter beschikking is gesteld van de regering, en hij nog geen gewone schorsing van dit besluit heeft gevorderd bij de vordering tot nietigverklaring ervan?

____________

1     Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB 2013, L 180, blz. 31).