Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 20 maart 2014 – Faci/Commissie
(Zaak T‑46/10)
„Mededinging – Mededingingsregelingen – Europese markt voor hittestabilisatoren ESBO/esters – Besluit houdende vaststelling van een inbreuk op artikel 81 EG en artikel 53 EER-Overeenkomst – Prijsstelling, toewijzing van de markten en klanten en uitwisseling van commercieel gevoelige informatie – Bewijs van één aspect van inbreuk – Geldboeten – Gelijke behandeling – Behoorlijk bestuur – Redelijke termijn – Evenredigheid”
1. Mededinging – Administratieve procedure – Beschikking van de Commissie waarbij een inbreuk wordt vastgesteld – Bewijs van de inbreuk en de duur daarvan ten laste van de Commissie – Omvang van de bewijslast – Vereiste mate van nauwkeurigheid van de door Commissie in aanmerking genomen bewijzen – Bundel aanwijzingen – Bewijsverplichtingen van de ondernemingen die de werkelijkheid of de duur van de inbreuk betwisten (Art. 81 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 45‑55, 88‑92)
2. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Grenzen – Eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel – Rechterlijke toetsing – Toetsing met volledige rechtsmacht – Beoordeling door het Gerecht van de evenredigheid van de geldboete (Art. 261 VWEU en 263 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punten 21 en 22) (cf. punten 129‑141, 152, 157, 177)
3. Mededinging – Administratieve procedure – Verplichtingen van de Commissie – Inachtneming van een redelijke termijn – Nietigverklaring van het besluit tot vaststelling van een inbreuk wegens de buitensporig lange duur van de procedure – Voorwaarde – Afbreuk aan de rechten van verdediging van de betrokken ondernemingen – Invloed van de buitensporig lange duur van de procedure op de invloed van het besluit van de Commissie – Geen (Art. 81 EG; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 1; verordening nr. 1/2003 van de Raad) (cf. punten 173, 174)
4. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Noodzaak om de omzet van de betrokken ondernemingen in aanmerking te nemen en de evenredigheid van de geldboeten met deze omzet te verzekeren – Geen (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie) (cf. punt 196)
5. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Verzachtende omstandigheden – Gedrag dat afwijkt van het in kader van de mededingingsregeling overeengekomen gedrag – Beoordeling (Art. 81 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punt 29) (cf. punten 200‑202)
Voorwerp
| Verzoek tot nietigverklaring van besluit C(2009) 8682 definitief van de Commissie van 11 november 2009 inzake een procedure op grond van artikel 81 [CE] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/38589 – Hittestabilisatoren) of, subsidiair, verzoek tot nietigverklaring van de aan verzoekster opgelegde geldboete of tot verlaging van het bedrag daarvan |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Faci SpA wordt verwezen in de kosten. |