Language of document : ECLI:EU:F:2010:122

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
(Eerste kamer)

6 oktober 2010

Zaak F‑2/10

Luigi Marcuccio

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst — Ambtenaren — Sociale zekerheid — Ziektekostenverzekering — Verzoeken om vergoeding van ziektekosten — Ontbreken van bezwarend besluit — Beroep kennelijk niet-ontvankelijk en kennelijk rechtens ongegrond — Artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan, waarbij Marcuccio onder meer vraagt om, ten eerste, nietigverklaring van het besluit van de Commissie tot afwijzing van zijn verzoek van 17 maart 2009 om 100 % vergoeding te krijgen van alle ziektekosten die hij heeft gemaakt wegens het ongeval dat hij op 29 oktober 2001 had; ten tweede, nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 22 september 2009 tot afwijzing van de klacht die hij had ingediend tegen het besluit tot afwijzing van zijn verzoek van 17 maart 2009 en, ten derde, veroordeling van de Commissie om hem een bedrag te betalen bestaande in het verschil tussen de ziektekosten die hij tussen 1 december 2000 en 17 maart 2009 heeft gemaakt en de vergoedingen die hij daarvoor heeft ontvangen, dan wel elk ander bedrag dat het Gerecht in casu redelijk en billijk zal achten, vermeerderd met een vertragingsrente van 10 % per jaar en met jaarlijkse kapitalisatie.

Beslissing: Het beroep wordt deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond verklaard. Verzoeker wordt verwezen in de kosten. Verzoeker wordt veroordeeld tot betaling aan het Gerecht van het bedrag van 1 500 EUR.

Samenvatting

1.      Ambtenaren — Beroep — Beroep tegen besluit tot afwijzing van klacht — Ontvankelijkheid

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

2.      Ambtenaren — Beroep — Bezwarend besluit — Begrip — Voorlopig antwoord van administratie op verzoek van ambtenaar — Daarvan uitgesloten

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

1.      Indien een ambtenaar naast nietigverklaring van een bestreden besluit eveneens vraagt om nietigverklaring, voor zover nodig, van het besluit tot afwijzing van zijn klacht, heeft die laatste vordering als zodanig geen zelfstandige inhoud en valt zij in feite samen met de vordering tot nietigverklaring van het bestreden besluit.

(cf. punt 26)

Referentie:

Hof: 17 januari 1989, Vainker/Parlement, 293/87, Jurispr. blz. 23, punt 8

Gerecht van eerste aanleg: 10 juni 2004, Liakoura/Raad, T‑330/03, JurAmbt. blz. I‑A‑191 en II‑859, punt 13

Gerecht voor ambtenarenzaken: 15 december 2008, Skareby/Commissie, F‑34/07, JurAmbt. blz. I-A-1-477 en II-A-1-2637, punt 27

2.      Een bezwarend besluit is een besluit dat bindende rechtsgevolgen sorteert welke de belangen van de verzoeker rechtstreeks en onmiddellijk kunnen raken doordat zij zijn rechtspositie aanmerkelijk wijzigen. Dat besluit moet afkomstig zijn van het bevoegde gezag en moet een definitief standpunt van de administratie inhouden.

Dit is niet het geval met een brief van de instelling waarbij zij een gunstig gevolg geeft aan een deel van het verzoek van de ambtenaar, hem bepaalde punten in antwoord op zijn verzoek preciseert en hem laat weten dat zijn verzoek wordt onderzocht.

(cf. punten 29 en 32‑34)

Referentie:

Gerecht voor ambtenarenzaken: 28 juni 2006, Grünheid/Commissie, F‑101/05, JurAmbt. blz. I‑A‑1‑55 en II‑A‑1‑199, punt 33, en de aangehaalde rechtspraak