Language of document : ECLI:EU:C:2019:1111

Zaak C263/18

Nederlands Uitgeversverbond
en
Groep Algemene Uitgevers

tegen

Tom Kabinet Internet BV e.a.

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de rechtbank Den Haag)

 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 19 december 2019

„Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij – Richtlijn 2001/29/EG – Artikel 3, lid 1 – Recht op mededeling aan het publiek – Beschikbaarstelling – Artikel 4 – Distributierecht – Uitputting – E‑books – Virtuele marktplaats voor ‚tweedehands’ e‑books”

1.        Harmonisatie van wetgevingen – Auteursrecht en naburige rechten – Richtlijn 2001/29 – Harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij – Doel

(Richtlijn 2001/29 van het Europees Parlement en de Raad, overwegingen 2, 4, 5, 9 en 10 en art. 3, lid 1, en 4, lid 1)

(zie punten 46‑48)

2.        Harmonisatie van wetgevingen – Auteursrecht en naburige rechten – Richtlijn 2001/29 – Harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij – Mededeling aan het publiek – Begrip – Levering van een voor onbeperkte tijd te gebruiken ebook aan het publiek via een downloadlink – Daaronder begrepen – Verificatie door de nationale rechterlijke instantie

(Richtlijn 2001/29 van het Europees Parlement en de Raad, overweging 23 en art. 3, lid 1)

(zie punten 49, 61‑66, 68‑72 en dictum)

Samenvatting

De verkoop van tweedehands ebooks via een website vormt een mededeling aan het publiek waarvoor de toestemming van de auteur nodig is

In het arrest van 19 december 2019, Nederlands Uitgeversverbond en Groep Algemene Uitgevers (C‑263/18), heeft de Grote kamer van het Hof geoordeeld dat de levering van een voor onbeperkte tijd te gebruiken e-book aan het publiek via een downloadlink valt onder het begrip „mededeling [...] aan het publiek” in de zin van richtlijn 2001/29 inzake het auteursrecht.(1)

Het Nederlands Uitgeversverbond (hierna: „NUV”) en de Groep Algemene Uitgevers (hierna: „GAU”), twee verenigingen die ten doel hebben de belangen van de Nederlandse uitgevers te behartigen, hebben bij de rechtbank Den Haag (Nederland) onder andere gevorderd dat de onderneming Tom Kabinet wordt verboden om de leden van de door haar opgerichte „Toms Leesclub” op haar website e‑books ter beschikking te stellen of deze boeken te reproduceren. NUV en GAU stellen dat met deze activiteiten inbreuk wordt gemaakt op de auteursrechten die hun leden op deze e‑books hebben. Door „tweedehands” e‑books te koop aan te bieden in het kader van deze leesclub, doet Tom Kabinet op ongeoorloofde wijze mededeling van deze boeken aan het publiek. Tom Kabinet betoogt daarentegen dat dergelijke activiteiten vallen onder het distributierecht, dat volgens voornoemde richtlijn is uitgeput wanneer het desbetreffende materiaal – in dit geval e‑books – door de rechthebbende of met zijn toestemming in de Unie is verkocht. Als gevolg van deze regel inzake het distributierecht zouden NUV en GAU na de verkoop van de betrokken e‑books niet meer beschikken over het uitsluitende recht om de distributie ervan onder het publiek toe te staan of te verbieden.

Het Hof heeft vastgesteld dat de levering van een voor onbeperkte tijd te gebruiken e‑book via een downloadlink niet valt onder het recht op „distributie onder het publiek” van artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/29, maar veeleer onder het recht van „mededeling [...] aan het publiek” in de zin van artikel 3, lid 1, van deze richtlijn, dat volgens lid 3 van dat artikel niet kan worden uitgeput.

Ter ondersteuning van deze vaststelling heeft het Hof met name uit het Verdrag van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO) inzake het auteursrecht, dat aan de basis van deze richtlijn ligt, en uit de ontstaansgeschiedenis van deze richtlijn afgeleid dat de Uniewetgever deze uitputtingsregel wilde voorbehouden aan de verspreiding van tastbare zaken, zoals boeken op een materiële drager. De toepassing van deze uitputtingsregel op e‑books kan het belang van de rechthebbenden om een passende vergoeding te krijgen veel meer schaden dan het geval is bij boeken op een materiële drager, aangezien de kwaliteit van gedematerialiseerde digitale kopieën van e‑books door het gebruik niet achteruitgaat en dergelijke kopieën op een eventuele tweedehandsmarkt dus perfecte vervangers voor nieuwe kopieën vormen.

Bovendien heeft het Hof meer in het bijzonder met betrekking tot het begrip „mededeling [...] aan het publiek” aangegeven dat aan dit begrip een ruime betekenis moet worden gegeven die iedere mededeling omvat die wordt gedaan aan een publiek dat niet op de plaats van oorsprong van de mededeling aanwezig is, en derhalve elke dergelijke doorgifte of wederdoorgifte van een werk aan het publiek, per draad of draadloos. Dit begrip verbindt twee cumulatieve elementen met elkaar, te weten een handeling bestaande in een mededeling van een werk en de mededeling daarvan aan een publiek.

Wat betreft het eerste element is volgens de toelichting op het voorstel voor richtlijn 2001/29 „de beslissende handeling het ‚voor het publiek beschikbaar stellen van het werk’, d.w.z. het aanbieden van het werk op een openbaar toegankelijke site, hetgeen voorafgaat aan het stadium van de daadwerkelijke ‚transmissie-op-aanvraag’ van het werk” en doet „[h]et [...] niet ter zake of het werk daadwerkelijk door iemand is opgevraagd of niet”. Derhalve moet volgens het Hof het ter beschikking stellen van de betreffende werken aan eenieder die zich aanmeldt bij de website van de leesclub, worden beschouwd als een „mededeling” van een werk, zonder dat de betrokken persoon gebruik hoeft te maken van deze mogelijkheid door het e‑book daadwerkelijk van die website op te halen.

Aangaande het tweede element moet niet alleen rekening worden gehouden met het aantal personen dat tegelijkertijd toegang heeft tot hetzelfde werk, maar ook met het aantal dat daar achtereenvolgens toegang toe kan krijgen. In het onderhavige geval kan volgens het Hof een aanzienlijk aantal personen tegelijkertijd of achtereenvolgens via het platform van de leesclub toegang krijgen tot hetzelfde werk. Onder voorbehoud van een toetsing door de verwijzende rechter waarbij rekening wordt gehouden met alle relevante gegevens, moet het betrokken werk derhalve worden beschouwd als meegedeeld aan het publiek.

Bovendien heeft het Hof in het verleden geoordeeld dat een beschermd werk, om als een mededeling aan het publiek te kunnen worden aangemerkt, moet worden meegedeeld volgens een specifieke technische werkwijze, die verschilt van de werkwijzen die tot dan toe werden gebruikt, of, bij gebreke daarvan, gericht moet zijn tot een nieuw publiek, dat wil zeggen een publiek dat door de auteursrechthebbenden nog niet in aanmerking werd genomen toen zij toestemming verleenden voor de oorspronkelijke mededeling van hun werk aan het publiek. Aangezien de terbeschikkingstelling van een e‑book in het algemeen gepaard gaat met een gebruikerslicentie waarmee het de gebruiker die het betrokken e‑book heeft gedownload, alleen is toegestaan dit e‑book op zijn eigen apparatuur te lezen, moet in het onderhavige geval worden vastgesteld dat een mededeling als die van de onderneming Tom Kabinet is gericht tot een publiek dat de auteursrechthebbenden niet reeds in aanmerking hadden genomen, en dus tot een nieuw publiek.


1      Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB 2001, L 167, blz. 10).