Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 2 februari 2021 – Leinfelder Uhren München GmbH & Co. KG / E. Leinfelder GmbH, TL, SW en WL

(Zaak C-62/21)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Leinfelder Uhren München GmbH & Co. KG

Verwerende partijen: E. Leinfelder GmbH, TL, SW en WL

Prejudiciële vragen

Heeft de omstandigheid in artikel 56, lid 1, onder a), van verordening (EG) nr. 207/20091 en artikel 63, lid 1, onder a), van verordening (EU) 2017/10012 dat een vordering tot vervallenverklaring van een Uniemerk wegens niet-gebruik kan worden ingesteld door iedere natuurlijke of rechtspersoon, alsmede iedere belangengroepering die bevoegd is in eigen naam in rechte op te treden, tot gevolg dat er geen beroep kan worden gedaan op een contractuele overeenkomst waarbij een derde jegens de houder van een Uniemerk de verplichting op zich neemt om geen vordering tot vervallenverklaring van dat Uniemerk wegens niet-gebruik in te stellen bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie?

Houdt de omstandigheid in artikel 56, lid 1, onder a), van verordening nr. 207/2009 en artikel 63, lid 1, onder a), van verordening 2017/1001 dat een vordering tot vervallenverklaring van een Uniemerk wegens niet-gebruik kan worden ingesteld door iedere natuurlijke of rechtspersoon, alsmede iedere belangengroepering die bevoegd is in eigen naam in rechte op te treden, in dat een onherroepelijk vonnis van een rechterlijke instantie van een lidstaat waarbij de verweerder wordt gelast de door hemzelf of namens hem ingestelde vordering tot vervallenverklaring van een Uniemerk wegens niet-gebruik in te trekken, in een procedure tot vervallenverklaring bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie en de Unierechter buiten beschouwing moet worden gelaten?

____________

1     Verordening van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk (PB 2009, L 78, blz. 1).

2     Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (PB 2017, L 154, blz. 1).