Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Audiencia Nacional (Spanje) op 26 juli 2023 – Strafzaak tegen JMTB

(Zaak C-481/23, Sangas1 )

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Audiencia Nacional

Partijen in de strafzaak

J.M.T.B.

Andere partijen: Ministerio Fiscal; Abogacía del Estado;

Prejudiciële vragen

Voor zover in artikel 4, lid 6, van kaderbesluit (2002/584/JBZ)1 van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten is bepaald dat één van de gronden tot facultatieve weigering van de tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsbevel het geval betreft waarin het Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd met het oog op de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel, terwijl de gezochte persoon verblijft in of onderdaan of ingezetene is van de uitvoerende lidstaat en deze staat zich ertoe verbindt die straf of maatregel overeenkomstig zijn nationale recht zelf ten uitvoer te leggen:

a) Mag deze grond tot facultatieve weigering van overlevering ook worden toegepast in gevallen waarin nog geen definitieve beslissing is genomen over de gezochte persoon?

b) Zo ja, kan overlevering dan worden geweigerd op grond dat de gezochte persoon verblijft in de uitvoerende staat, zonder dat deze staat zich ertoe verbindt de betreffende straf of maatregel overeenkomstig zijn nationale recht ten uitvoer te leggen?

Voor zover in artikel 4, lid 4, van kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten is bepaald dat één van de gronden tot facultatieve weigering van de tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsbevel het geval betreft waarin de strafvervolging of de straf volgens de wet van de uitvoerende lidstaat verjaard is en de feiten naar het strafrecht van deze lidstaat onder zijn rechtsmacht vallen: mag deze grond tot facultatieve weigering van de tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsbevel ook worden toegepast in gevallen waarin de strafvervolging of de straf volgens de wet van de uitvoerende lidstaat geacht wordt verjaard te zijn, ook al zijn de gerechten van die staat niet bevoegd om van de feiten kennis te nemen?

____________

1 De naam van de onderhavige zaak is fictief en komt niet overeen met de werkelijke naam van een partij bij de procedure.

1 PB 2002, L 190, blz. 1.