Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas (Litouwen) op 12 februari 2021 – Lietuvos Respublikos vidaus reikalų ministerija

(Zaak C-88/21)

Procestaal: Litouws

Verwijzende rechter

Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas

Partij in het hoofdgeding

Lietuvos Respublikos vidaus reikalų ministerija

Prejudiciële vragen

Moet artikel 39 van besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II), en meer bepaald artikel 39, lid 3, aldus worden uitgelegd dat het een verplichting inhoudt, de registratie te verbieden van voertuigen die in het Schengeninformatiesysteem zijn gesignaleerd ondanks het feit dat de reden voor die signalering is vervallen (het voertuig is gevonden; de strafrechtelijke procedure is stopgezet in de lidstaat waar het voertuig is gevonden omdat in die lidstaat geen strafbaar feit is gepleegd; de signalerende lidstaat is in kennis gesteld, maar treft geen maatregelen om de signalering uit het systeem te verwijderen)?

Moet artikel 39 van besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II), en meer bepaald artikel 39, lid 3, aldus worden uitgelegd dat het de lidstaat waarin een voorwerp is gevonden dat op grond van artikel 38, lid 1, van dat besluit stond gesignaleerd, verplicht nationale voorschriften vast te stellen die andere handelingen met het gevonden voorwerp dan die welke dienen ter verwezenlijking van een doelstelling van artikel 38 (inbeslagneming of gebruik als bewijsmiddel in een strafprocedure) verbieden?

Moet artikel 39 van besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II), en meer bepaald artikel 39, lid 3, aldus worden uitgelegd dat het de lidstaten toestaat wettelijke voorschriften vast te stellen die voorzien in uitzonderingen op het verbod op het registreren van voertuigen die overeenkomstig artikel 38 van dat besluit in het SIS zijn gesignaleerd, nadat de bevoegde autoriteiten van de lidstaat maatregelen hebben genomen om de staat die de signalering heeft aangebracht te informeren over het feit dat het voorwerp is gevonden?

____________