Beschikking van de president van het Gerecht van 12 mei 2010 – Reagens/Commissie
(Zaak T‑30/10 R)
„Kort geding – Mededinging – Beschikking van Commissie tot oplegging van geldboete – Bankgarantie – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Financiële schade – Geen uitzonderlijke omstandigheden – Geen spoedeisendheid”
1. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Afweging van alle betrokken belangen – Volgorde van onderzoek en wijze van toetsing – Beoordelingsvrijheid van rechter in kort geding (Art. 256, lid 1, VWEU, 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 11‑12)
2. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast – Financiële schade – Situatie waarin voortbestaan van verzoekende vennootschap in gevaar komt – Beoordeling met inachtneming van situatie van groep waartoe zij behoort (Art. 278 VWEU en 279 VWEU) (cf. punten 31‑33, 45‑47)
3. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Opschorting van tenuitvoerlegging van verplichting om bankgarantie te stellen als voorwaarde voor niet onmiddellijk innen van geldboete – Voorwaarden voor toekenning – Buitengewone omstandigheden (Art. 278 VWEU) (cf. punten 42‑44, 55‑59)
Voorwerp
| Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van de beschikking van de Commissie van 11 november 2009 betreffende een procedure overeenkomstig artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-overeenkomst (zaak COMP/C.38.589 – warmtestabilisatoren) |
Dictum
1) | | Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) | | De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |