Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Spetsializiran nakazatelen sad (Bulgarije) op 8 maart 2022 –Strafzaak tegen BK

(Zaak C-175/22)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Spetsializiran nakazatelen sad

Partij in het hoofdgeding

BK

Prejudiciële vragen

Verzet artikel 6, leden 3 en 4, van richtlijn 2012/131 zich ertegen dat de rechter nationale wettelijke bepalingen – artikel 301, lid 1, punt 2, juncto artikel 287, lid 1, van het Nakazatelno protsesualen kodeks (wetboek van strafvordering, Bulgarije) – in de rechtspraak aldus uitlegt dat hij in zijn vonnis een van de tenlastelegging afwijkende wettelijke kwalificatie van het strafbare feit kan hanteren, mits er geen sprake is van een kwalificatie als zwaarder gestraft feit, op grond dat de verdachte vóór de uitspraak van het vonnis niet naar behoren in kennis was gesteld van de nieuwe, afwijkende wettelijke kwalificatie en zich daartegen niet heeft kunnen verweren?

Indien de vraag bevestigend wordt beantwoord: Verbiedt artikel 47, lid 2, van het Handvest de rechter om de verdachte ervan in kennis te stellen dat hij zijn beslissing ten gronde zou kunnen nemen op basis van een andere wettelijke kwalificatie van het strafbare feit, en hem tevens in de gelegenheid te stellen zijn verweer dienaangaande voor te bereiden, omdat het initiatief voor die andere wettelijke kwalificatie niet van het openbaar ministerie is uitgegaan?

____________

1 Richtlijn 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in strafprocedures (PB 2012, L 142, blz. 1).