Language of document : ECLI:EU:T:2016:450





Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 8 september 2016 –
Arrow Group en Arrow Generics/Commissie

(Zaak T‑467/13)

„Mededinging – Mededingingsregelingen – Markt van antidepressiva die het werkzame farmaceutische bestanddeel citalopram bevatten – Begrip mededingingsbeperking naar strekking – Potentiële mededinging – Generieke geneesmiddelen – Drempels voor toetreding tot de markt als gevolg van het bestaan van octrooien – Overeenkomsten tussen een octrooihouder en een onderneming die actief is op het gebied van generieke geneesmiddelen – Geldboeten – Rechtszekerheid – Beginsel van de legaliteit van straffen – Duur van het onderzoek van de Commissie – Rechten van verdediging – Enkele en voortgezette inbreuk”

1.                     Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Potentiële mededinging – Reële en concrete mogelijkheid voor een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is om met risico tot de markt toe te treden wanneer daarop geneesmiddelen aanwezig zijn die octrooibescherming genieten – Overeenkomst tussen de octrooihouder en ondernemingen die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief zijn die deze toetreding kan verhinderen – Beperking van de potentiële mededinging (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 62‑68, 81‑83, 106, 107, 111, 162, 263, 264)

2.                     Mededinging – Administratieve procedure – Besluit van de Commissie tot vaststelling van een inbreuk – Bewijs van de inbreuk en van de duur daarvan ten laste van de Commissie – Omvang van de bewijslast – Vereiste mate van nauwkeurigheid van de door de Commissie in aanmerking genomen bewijzen – Samenstel van aanwijzingen – Vermoeden van onschuld – Toepasselijkheid – Bewijslast van de ondernemingen die het bestaan van de inbreuk betwisten – Rechterlijk toezicht – Omvang (Art. 101, lid 1, VWEU en 263 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 69‑77, 116, 117)

3.                     Mededingingsregelingen – Verbod – Inbreuken – Schikkingsovereenkomsten op octrooigebied – Overeenkomst tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Betalingen in omgekeerde richting die onevenredig zijn en gecombineerd worden met marktuitsluiting van de concurrenten – Ontoelaatbaarheid (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 109, 110, 226, 230, 240, 243, 244, 265, 298)

4.                     Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Schikkingsovereenkomsten op octrooigebied – Overeenkomst tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Meest rendabele of minst risicovolle oplossing voor de betrokken ondernemingen – Doelstelling om te ongunstige gevolgen van rechtsregels ongedaan te maken – Geen weerslag op de onrechtmatigheid van deze overeenkomsten (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 140, 240, 274)

5.                     Beroep tot nietigverklaring – Bevoegdheid van de Unierechter – Uitlegging van het nationale recht van een lidstaat – Feitelijke vraag – Daaronder begrepen (Art. 263 VWEU) (cf. punten 167, 199)

6.                     Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Beoordelingscriteria – Inhoud en doel van een mededingingsregeling en economische en juridische context waarin die zich ontwikkelt – Onderscheid tussen inbreuken naar strekking en inbreuken naar gevolg – Voornemen van de partijen bij een overeenkomst om de mededinging te beperken – Criterium niet noodzakelijk – Inbreuk naar strekking – Voldoende nadelige beïnvloeding – Beoordelingscriteria (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 214‑220, 233‑236, 262, 265, 266, 270, 281, 288)

7.                     Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Opzettelijk of uit onachtzaamheid gemaakt – Begrip – Onderneming die niet onwetend kan zijn van het mededingingsverstorend karakter van haar gedrag – Overeenkomst tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Betalingen in omgekeerde richting die onevenredig zijn en gecombineerd worden met marktuitsluiting van de concurrenten – Daaronder begrepen (Art. 101 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; verordening nr. 1/2003 van de Commissie, art. 5 en 23, lid 2) (cf. punten 283, 369‑371)

8.                     Handeling van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot toepassing van de mededingingsregels – Rechterlijk toezicht – Omvang (Art. 101 VWEU, 261 VWEU en 296, lid 2, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 31) (cf. punten 316‑319)

9.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verplichtingen van de Commissie – Inachtneming van een redelijke termijn – Nietigverklaring van het besluit houdende vaststelling van een inbreuk, wegens buitensporig lange duur van de procedure – Voorwaarde – Aantasting van de rechten van verdediging van de betrokken ondernemingen – Beoordeling rekening houdend met de procedure in haar geheel (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 334‑338, 346)

10.                     Mededinging – Administratieve procedure – Eerbiediging van de rechten van verdediging – Buitensporig lange duur van de administratieve procedure – Verdwijning van voor de uitoefening van de rechten van verdediging relevante bewijselementen – Bewijslast – Verplichtingen van een zorgvuldige onderneming (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punt 339)

11.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verjaring op het gebied van geldboeten – Aanvang – Eén enkele voortdurende inbreuk (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 25) (cf. punten 343‑345)

12.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Rechterlijk toezicht – Volledige rechtsmacht van de Unierechter – Omvang – Verlaging wegens de buitensporig lange duur van de procedure – Algehele inaanmerkingneming van de omstandigheden van de zaak (Art. 101 VWEU en 261 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 1 en 31) (cf. punten 352‑355)

13.                     Mededingingsregelingen – Verbod – Inbreuken – Overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, die één enkele inbreuk vormen – Begrip (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 382‑384)

Voorwerp

Verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van besluit C(2013) 3803 final van de Commissie van 19 juni 2013 inzake een procedure op grond van artikel 101 [VWEU] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak AT/39226 – – Lundbeck), en verzoek tot verlaging van de bij dat besluit aan verzoeksters opgelegde geldboete

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Arrow Group ApS en Arrow Generics Ltd worden verwezen in de kosten.