Beschikking van het Gerecht van 14 oktober 2014 – Ben Ali / Raad
(Zaak T-166/13)1
(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië – Bevriezing van tegoeden – Verlenging‒ Gevolgen van een nietigverklaring van eerdere bevriezingsmaatregelen – Afdoening zonder beslissing – Niet-contractuele aansprakelijkheid – Beroep kennelijk rechtens ongegrond”)Procestaal: FransPartijenVerzoekende partij: Mehdi Ben Tijani Ben Haj Hamda Ben Haj Hassen Ben Ali (Saint-Étienne-du-Rouvray, Frankrijk) (vertegenwoordiger: A. de Saint Rémy, advocaat)Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: G. Étienne en A. De Elera, gemachtigden)VoorwerpTen eerste, een verzoek tot nietigverklaring van besluit 2013/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2013 tot wijziging van
besluit 2011/72/GBVB betreffende re
strictieve maatreg
elen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië (PB L 32, blz. 20), voor zover dat besluit verzoeker betreft en, ten tweede, een verzoek tot schadevergoedingDictumOp de vordering tot
nietigverklaring van besluit 2013/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2013 tot wijziging van besluit 2011/7
2/GBVB be
treffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië hoeft niet meer te worden beslist wat Mehdi Ben Tijani Ben Haj Hamda Ben Haj Hassen Ben Ali betreft.Het beroep wordt verworpen voor het overige.Ben Ali en de Raad van de Europese Unie worden ieder verwezen in hun eigen kosten.
________________________1 PB C 156 van 1.6.2013.