Language of document :

Arrest van het Gerecht van 20 juni 2018 – České dráhy / Commissie

(Zaak T-621/16)1

(„Mededinging – Administratieve procedure – Besluit waarbij een inspectie wordt gelast – Inspectie die op basis van inlichtingen uit een andere inspectie is gelast – Evenredigheid – Motiveringsplicht – Recht op eerbiediging van het privéleven – Rechten van de verdediging”)

Procestaal: Tsjechisch

Partijen

Verzoekende partij: České dráhy a.s. (Praag, Tsjechische Republiek) (vertegenwoordigers: K. Muzikář, J. Kindl en V. Kuča, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. Rossi, A. Biolan, G. Meessen, P. Němečková en M. Šimerdová, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU, strekkende tot nietigverklaring van besluit C(2016) 3993 final van de Commissie van 22 juni 2016 in een procedure op grond van artikel 20, lid 4, van verordening (EG) nr. 1/2003, dat gericht is tot České dráhy en tot alle vennootschappen die direct of indirect door haar worden gecontroleerd en waarbij zij worden gelast zich aan een inspectie te onderwerpen (zaak AT. 40401 – Twins).

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

České dráhy, a.s. wordt verwezen in de kosten.

____________

1     PB C 392 van 24.10.2016.