Language of document :

Arrest van het Gerecht van 16 december 2015 – Air Canada/Commissie

(Zaak T-9/11)1

[„Mededinging – Mededingingsregelingen – Europese luchtvrachtmarkt – Overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen met betrekking tot meerdere prijsonderdelen voor luchtvrachtdiensten (instelling van brandstoftoeslagen en veiligheidstoeslagen, weigering tot betaling van commissie over de toeslagen) – Artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Zwitserland inzake luchtvervoer – Motiveringsplicht”]

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Air Canada (Quebec, Canada) (vertegenwoordigers: S. Kim, H. Bignall, J. Pheasant en T. Capel, solicitors)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk S. Noë en N. von Lingen, vervolgens J. Bourke en S. Noë, en ten slotte A. Dawes en H. Leupold, gemachtigden, bijgestaan door G. Peretz, barrister)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van besluit C(2010) 7694 definitief van de Commissie van 9 november 2010 betreffende een procedure op grond van artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer (zaak COMP/39258 – Luchtvracht), voor zover dit is gericht tot verzoekster, en, subsidiair, tot verlaging van de geldboete die aan deze laatste is opgelegd

Dictum

Besluit C(2010) 7694 definitief van de Commissie van 9 november 2010 betreffende een procedure op grond van artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer (zaak COMP/39258 – Luchtvracht) wordt nietig verklaard voor zover het betrekking heeft op Air Canada.

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten en die van Air Canada.

____________

1     PB C 72 van 5.3.2011.