Language of document : ECLI:EU:T:2015:655





Beschikking van het Gerecht (Derde kamer) van 14 september 2015 – Slowakije/Commissie

(Zaak T‑779/14)

„Beroep tot nietigverklaring – Eigen middelen van de Unie – Financiële aansprakelijkheid van de lidstaten – Verplichting om aan de Commissie het bedrag te betalen dat overeenkomt met een verlies van eigen middelen – Brief van de Commissie – Handeling waartegen geen beroep kan worden ingesteld – Niet-ontvankelijkheid”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren – Brief van de Commissie waarbij een lidstaat informeel wordt verzocht de traditionele eigen middelen ter beschikking te stellen van de begroting van de Unie – Daarvan uitgesloten – Brief die geen bindende rechtsgevolgen sorteert – Niet-ontvankelijkheid van het beroep (Art. 263 VWEU; verordening nr. 1150/2000 van de Raad; besluit 2007/436 van de Raad) (cf. punten 23‑25, 34‑47, 52, 56, 59)

2.                     Eigen middelen van de Europese Unie – Vaststelling en terbeschikkingstelling door de lidstaten – Aansprakelijkheid van de lidstaten – Omvang [Verordening nr. 1150/2000 van de Raad, art. 2, lid 1, 9, lid 1, en 17, leden 1 en 2; besluit 2007/436 van de Raad, art. 2, lid 1, a), en 8, lid 1] (cf. punten 27‑33)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van het besluit van het directoraat-generaal Begroting van de Commissie dat zou zijn vervat in de brief met het kenmerk BUDG/B/03MV D (2014) 3139078 van 24 september 2014, waarbij de Commissie de Slowaakse Republiek zou hebben aangemaand haar het brutobedrag van 1 453 723,12 EUR over te maken (te verminderen met 25 % ter dekking van de inningskosten), hetgeen overeenstemt met het verlies aan traditionele eigen middelen, en om uiterlijk aan die verplichting te voldoen op de eerste werkdag na de negentiende dag van de tweede maand die op de verzending van die brief volgde

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Op de verzoeken van de Bondsrepubliek Duitsland en Roemenië om toelating tot interventie behoeft geen uitspraak te worden gedaan.

3)

De Slowaakse Republiek wordt verwezen in haar eigen kosten en in de kosten van de Europese Commissie.

4)

De Slowaakse Republiek, de Commissie, de Bondsrepubliek Duitsland en Roemenië dragen elk hun eigen kosten in verband met de verzoeken tot interventie.