Language of document :

Beroep ingesteld op 9 januari 2024 – Zardini/Commissie

(Zaak T-9/24)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Alessandro Zardini (Marano di Valpollicella, Italië) (vertegenwoordiger: M. Velardo, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht om:

nietigverklaring van de maatregel van 22 maart 2023, waarbij verzoeker – die een resultaat van 122,5/180 had behaald, dat wil zeggen onder de drempelwaarde van 124/180 – niet is opgenomen op de reservelijst van het vergelijkend onderzoek EPSO/AD/371/19;

nietigverklaring van het besluit van het TABG van 19 oktober 2023 houdende stilzwijgende afwijzing van de administratieve klacht die op 19 juni 2023 krachtens artikel 90, lid 2, van het Statuut is ingediend, na een stilzwijgen van de instelling van vier maanden na de indiening van de klacht;

verwijzing van de Commissie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker zes middelen aan.

Eerste middel: schending van artikel 27 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (Statuut) en de gelijke behandeling van de kandidaten. Kennelijke beoordelingsfout.

Tweede middel: schending van het beginsel van de gelijke behandeling van kandidaten. Ontbreken van een objectieve beoordeling van de kandidaten en schending van artikel 5, eerste en derde alinea, van bijlage III bij het Statuut, vanwege schending van de regels voor het taalgebruik in het vergelijkend onderzoek.

Derde middel: schending van het beginsel van gelijke behandeling van de kandidaten, ontbreken van een objectieve beoordeling, schending van artikel 5, eerste en derde alinea, van bijlage III bij het Statuut, omdat de toegewezen examens ingewikkelder waren dan die van de andere kandidaten. Het vergelijkend onderzoek is op verschillende wijze verlopen, waardoor adequate intervallen tussen de examens niet mogelijk waren. Bovendien was een beoordeling van de diploma’s door de jury in de fase van de talentscreener niet verzekerd.

Vierde middel: niet-nakoming van de motiveringsplicht en schending van het daarmee samenhangende beginsel van gelijkheid van de procespartijen (artikel 47 van het Handvest van de grondrechten), rechtmatigheidsgebrek van de bestreden maatregelen (artikel 90, lid 2, van het Statuut), aangezien de Commissie de bestreden maatregelen niet toereikend heeft gemotiveerd en niet heeft gereageerd op de klacht.

Vijfde middel: schending van het beginsel van gelijkheid van de kandidaten en gebrek aan objectiviteit bij de beoordeling wegens de instabiliteit van de jury.

Zesde middel: schending van artikel 5, vijfde alinea, van bijlage III bij het Statuut, omdat de voorzitter de functie van shadowing niet heeft gegarandeerd en omdat het aantal op de reservelijst geplaatste kandidaten niet gelijk was aan tweemaal het aantal ambten dat de inzet van het vergelijkend onderzoek vormde.

____________