Language of document :

Beroep ingesteld op 19 augustus 2008 - Arkema France / Commissie

(Zaak T-343/08)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Arkema France (Colombes, Frankrijk) (vertegenwoordigers: A. Winckler, S. Sorinas Jimeno en H. Kanellopoulos, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

Nietigverklaring op grond van artikel 230 EG van de beschikking van de Commissie van 11 juni 2008 in zaak COMP/F/38.695 voor zover deze betrekking heeft op Arkema;

Subsidiair, intrekking of verlaging op grond van artikel 229 EG van de haar bij die beschikking opgelegde boete;

Verwijzing van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met haar beroep vordert verzoekster de gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking C(2008)2626 def van de Commissie van 11 juni 2008 in zaak COMP/F/38.695 - Natriumchloraat, waarbij de Commissie heeft vastgesteld dat bepaalde ondernemingen, waaronder verzoekster, inbreuk hebben gemaakt op artikel 81, lid 1, EG en op artikel 53, lid 1, van de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte door het verdelen van verkoopvolumes, het vaststellen van prijzen, het uitwisselen van commercieel gevoelige informatie over de prijzen en de verkoopvolumes en het toezien op de naleving van deze concurrentievervalsende afspraken op de markt voor natriumchloraat binnen de Europese Economische Ruimte.

Verzoekster brengt voor haar beroep vier middelen naar voren:

Schending van de regels betreffende toerekenbaarheid van de inbreuken van een dochtermaatschappij aan de moederonderneming, daar de bewering van de Commissie dat Elf Aquitaine een beslissende invloed had op verzoeksters commerciele beleid, feitelijk onjuist is;

Schending van verzoeksters rechten van de verdediging, alsmede van het evenredigheidsbeginsel, het beginsel ne bis in idem, het beginsel van gelijke behandeling en het beginsel van behoorlijk bestuur, doordat het basisbedrag van de boete van verzoekster is verhoogd met 90 % wegens recidive;

Te lage waardering van de door verzoekster uit hoofde van de clementiemededeling1 verstrekte informatie, daar verzoekster in aanmerking had moeten komen voor een verlaging van de boete met 30 à 50 %;

Feitelijke en juridische fouten, alsmede schending van het beginsel van behoorlijk bestuur, het evenredigheids- en het gelijkheidsbeginsel doordat de Commissie niet is overgegaan tot verlaging van de boete van verzoekster wegens de tijdens de administratieve procedure door haar verleende medewerking.

____________

1 - Mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken (PB 2002, C 45, blz. 3).