Language of document :

Beroep ingesteld op 20 september 2012 - Post Invest Europe / Commissie

(Zaak T-413/12)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Post Invest Europe Sàrl (Luxemburg, Luxemburg) (vertegenwoordigers: B. van de Walle de Ghelcke en T. Franchoo, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

de artikelen 2, 5, 6 en 7 van het besluit van de Commissie van 25 januari 2012 betreffende de door België ten uitvoer gelegde steunmaatregel SA.14588 (C 20/2009) ten behoeve van De Post - La Poste (thans bpost), gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU van 29 juni 2012 (PB L 170, blz. 1), nietig verklaren;

verweerster verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

De slotsom van de Commissie dat het retailnetwerk geen afzonderlijke dienst van algemeen economisch belang (DAEB) was waarvoor aanspraak op compensatie bestaat, druist in tegen de artikelen 106, lid 2, VWEU en 107, leden 1 en 3, VWEU, vormt een kennelijk onjuiste beoordeling en schendt het beginsel van gelijke behandeling.

Het verzuim van de Commissie om een deel van de door de universeledienstverplichting teweeggebrachte kosten van het retailnetwerk in aanmerking te nemen bij de berekening van het bedrag van de winsten in de aan de universeledienstverplichting voorbehouden sector die boven de redelijke winst liggen, maakt in breuk op de artikelen 106, lid 2, VWEU en 107, leden 1 en 3, VWEU en vormt een kennelijk onjuiste beoordeling.

De slotsom van de Commissie dat de netto-kosten van andere DAEB's dan de postdienst moeten worden gecompenseerd met de winsten uit de voorbehouden sector van de universeledienstverplichting voor zover zij een redelijke winst te boven gaan, druist in tegen de artikelen 107 en 106, lid 2, VWEU en schendt het evenredigheidsbeginsel en het beginsel van gelijke behandeling.

Schending van de artikelen 107 VWEU en 106, lid 2, VWEU en van het beginsel van het verbod van terugwerkende kracht omdat volledig is verzuimd de tussen 1992 en 2005 geaccumuleerde ondercompensatie van bpost over te dragen ter compensatie voor de bedragen van de gestelde overcompensatie van bpost tussen 2006 en 2010.

____________