Language of document :

Beroep ingesteld op 1 februari 2012 - Bateni/Raad

(Zaak T-42/12)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Naser Bateni (Hamburg, Duitsland) (vertegenwoordigers: J. Kienzle en M. Schlingmann, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran2 en uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran4 nietig verklaren;

de Raad verwijzen in de kosten, inzonderheid in verzoekers kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan.

Schending van verzoekers recht van verdediging

De Raad heeft verzoekers recht op een effectieve rechterlijke bescherming en inzonderheid de motiveringsplicht geschonden door verzoekers opname in de bijlage bij het bestreden besluit en bij de bestreden verordening niet genoegzaam te motiveren.

De Raad heeft verzuimd om in te gaan op verzoekers uitdrukkelijke verzoek om redenen of zienswijzen te vermelden en de relevante bewijzen over te leggen die verzoekers opname in de bijlage bij het bestreden besluit en bij de bestreden verordening rechtvaardigen.

De Raad heeft verzoekers recht om te worden gehoord geschonden door hem niet de mogelijkheid te bieden om overeenkomstig artikel 24, leden 3 en 4, van het bestreden besluit en artikel 36, leden 3 en 4, van de bestreden verordening opmerkingen in te dienen over de opname op de lijsten van aan sancties onderworpen personen en de Raad daardoor tot een onderzoek te brengen.

Geen grondslag voor verzoekers opname op de lijsten van aan sancties onderworpen personen

Uit de door de Raad vermelde redenen voor verzoekers opname op genoemde lijsten kan niet worden afgeleid wat de precieze rechtsgrondslag daarvoor is.

De opname op die lijsten in december 2011 kan niet worden gerechtvaardigd door een activiteit die verzoeker slechts tot maart 2008 heeft uitgeoefend.

De activiteit die verzoeker als bedrijfsleider van de Hanseatic Trade Trust & Shipping (HTTS) GmbH heeft uitgeoefend, rechtvaardigt zijn opname op de lijsten van aan sancties onderworpen personen niet, met name aangezien het Gerecht van de Europese Unie verordening (EU) nr. 961/2010 nietig heeft verklaard, voor zover zij HTTS GmbH betrof.

Het enkele feit dat verzoeker bedrijfsleider van een inmiddels ontbonden Engelse onderneming is geweest, rechtvaardigt niet de slotsom dat een van de in artikel 20, lid 1, van besluit 2010/413/GBVB en/of in artikel 16, lid 2, van verordening nr. 961/2010 genoemde redenen voor de opname van verzoeker op de lijsten van aan sancties onderworpen personen zich voordoet.

Schending van verzoekers grondrecht op eerbiediging van de eigendom

Verzoekers opname op de lijsten van aan sancties onderworpen personen vormt een ongerechtvaardigde schending van zijn grondrecht op eigendom aangezien verzoeker door een ontoereikende motivering van de Raad niet kan begrijpen waarom hij op de lijst van door de maatregelen getroffen personen is opgenomen.

Verzoekers opname op bedoelde lijsten is kennelijk ongeschikt om de door besluit 2010/413/GBVB en door verordening nr. 961/2010 nagestreefde doelstellingen te verwezenlijken en vormt daarenboven een onevenredige aantasting van zijn eigendomsrecht.

____________

1 - Besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 319, blz. 71).

2 - Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 319, blz. 11).

3 - Verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (PB L 281, blz. 1).

4 - Besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39).