Language of document :

Beroep ingesteld op 30 december 2023 – Apc Europe e.a./Commissie

(Zaak T-1194/23)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partijen: Apc Europe SL (Granollers, Spanje) en negen andere verzoekende partijen (vertegenwoordiger: M. Moretto, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoeksters verzoeken het Gerecht om:

nietigverklaring van het besluit vervat in de brief ondertekend door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid die door verzoeksters is ontvangen op 24 oktober 2023, waarbij de Europese Commissie het bij brief van 28 augustus 2023 door verzoeksters ingediende verzoek heeft afgewezen om het huidige verbod op het gebruik van bloed en bloedproducten van runderen voor voeder van acquacultuurdieren te herzien in het licht van de nieuwe situatie die in de Unie is ontstaan door het grotendeels verdwijnen van boviene spongiforme encefalopathie (BSE), en om ontwerpmaatregelen in te dienen om het gebruik ervan toe te staan; en

–    verwijzing van verweerster in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters twee middelen aan.

Schending van de artikelen 7, 23 en 24 van verordening nr. 999/20011 , artikel 7, lid 2, en artikel 5, lid 3, van verordening nr. 178/20022 . Kennelijke beoordelingsfouten door de Commissie. Schending van het beginsel van behoorlijk bestuur en van artikel 41 van het Handvest van de grondrechten.

In dit verband betogen verzoeksters met hun eerste middel dat de Commissie de artikelen 7, 23 en 24 van verordening nr. 999/2001, artikel 7, lid 2, en artikel 5, lid 3, van verordening nr. 178/2002 heeft geschonden en kennelijke beoordelingsfouten heeft gemaakt, alsmede het beginsel van behoorlijk bestuur en artikel 41 van het Handvest van de grondrechten heeft geschonden, door in het bestreden besluit te weigeren het verbod op het gebruik bloedproducten van runderen voor voeder van acquacultuurdieren te herzien en aan het comité een ontwerp van de te nemen maatregelen voor te leggen om het gebruik ervan toe te staan, in voorkomend geval onder het stellen van specifieke na te leven voorwaarden.

De afwezigheid van klassieke BSE-gevallen in de Unie gedurende meer dan zes jaar, de kwalificatie van de lidstaten als landen met een verwaarloosbaar BSE-risico, de internationale normen die zijn goedgekeurd door de Wereldhandelsorganisatie (WHO) en de nieuwe gegevens die zijn verkregen sinds de laatste evaluatie door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) in 2007, samen met een aantal relevante elementen die door de Commissie worden genegeerd, tonen aan dat het risico nu kan worden beperkt door minder strenge maatregelen dan het huidig absoluut verbod.

Schending van het evenredigheidsbeginsel en van artikel 7, lid 2, van verordening nr. 178/2002.

Met hun tweede middel betogen verzoeksters dat de weigering van de Commissie om het in het bestreden besluit opgenomen absolute verbod op het gebruik bloedproducten van runderen voor voeder van acquacultuurdieren te herzien, in strijd is met het evenredigheidsbeginsel en met artikel 7, lid 2, tweede volzin, van verordening nr. 178/2002, gelezen in het licht van de overwegingen 17 en 66 ervan en de rechtspraak, gelet op de sterke verbetering van de epidemiologische situatie in de Unie.

____________

1 Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB 2001, L 147, blz. 1).

1 Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB 2002, L 31, blz. 1).