Language of document : ECLI:EU:T:2012:515

Zaak T‑465/09

Ivan Jurašinović

tegen

Raad van de Europese Unie

„Toegang tot documenten – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – Verzoek om toegang tot rapporten van waarnemers van de Europese Unie die van 1 tot 31 augustus 1995 aanwezig waren in Kroatië – Weigering van toegang – Gevaar voor ondermijning van bescherming van internationale betrekkingen – Eerdere openbaarmaking”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Tweede kamer – uitgebreid) van 3 oktober 2012

1.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Doel – Uitzonderingen op recht van toegang tot documenten – Strikte uitlegging en toepassing

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, punten 4 en 11 van de considerans en art. 1 en 4)

2.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op recht van toegang tot documenten – Bescherming van algemeen belang – Rechterlijke toetsing – Omvang – Grenzen

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 1, sub a)

3.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op recht van toegang tot documenten – Bescherming van algemeen belang – Internationale betrekkingen – Weigering van toegang tot rapporten van waarnemers van de Europese Unie die van 1 tot 31 augustus 1995 in Kroatië aanwezig waren – Toelaatbaarheid

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 1, sub a)

4.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op recht van toegang tot documenten – Bescherming van algemeen belang – Hoger openbaar belang dat openbaarmaking van documenten gebiedt – Geen invloed

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4)

5.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op recht van toegang tot documenten – Specifieke regeling voor gerubriceerde documenten – Document niet gerubriceerd – Geen invloed op mogelijkheid voor instelling waaraan verzoek is gericht om toegang te weigeren op grond van uitzondering betreffende bescherming van internationale betrekkingen gelet op gevoelige inhoud van betrokken document

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4 en 9)

6.      Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Beroep tegen besluit van de Raad houdende weigering van toegang tot rapporten van waarnemers van de Europese Unie die in Kroatië aanwezig waren – Eerdere openbaarmaking van die rapporten aan burger van de Unie in kader van zaak voor het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië – Middel ongegrond

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 22‑25)

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 26‑28)

3.      De uitzondering inzake de bescherming van het openbaar belang wat betreft de internationale betrekkingen als bedoeld in artikel 4, lid 1, sub a, van verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, rechtvaardigt de weigering door de Raad om toegang te verlenen tot de rapporten van de waarnemers van de Europese Unie die van 1 tot 31 augustus 1995 aanwezig waren in Kroatië, in de regio Knin. De openbaarmaking van deze rapporten kon immers afbreuk doen aan de doelstellingen die door de Unie in de westelijke Balkan werden nagestreefd – te weten bijdragen tot de vrede, de stabiliteit en een duurzame regionale verzoening, met name om ten aanzien van de Unie de integratie van de landen van deze regio te versterken – en kon dus de internationale betrekkingen ondermijnen, aangezien de door de Waarnemersmissie van de Europese Gemeenschap gedane bevindingen of gemaakte beoordelingen over de politieke, militaire en veiligheidssituatie tijdens een beslissende fase van het conflict tussen de Kroatische strijdkrachten en de Joegoslavische federale strijdkrachten, openbaar zouden zijn gemaakt, waarbij de onthulling van die gegevens wrok of spanningen kon doen ontstaan of doen toenemen tussen de verschillende gemeenschappen van de landen die partij waren geweest bij de conflicten in het voormalige Joegoslavië of tussen de landen die zijn voortgekomen uit Joegoslavië, waardoor het vertrouwen van de staten van de westelijke Balkan in dit integratieproces had kunnen afbrokkelen.

(cf. punten 39, 40)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 47‑49)

5.      Artikel 9 van verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bevat een specifieke regeling voor toegang tot gerubriceerde documenten, met name met betrekking tot de personen die de verzoeken om toegang behandelen en de noodzaak om de voorafgaande instemming van de oorspronkelijke verstrekker te verkrijgen. Voorts bepaalt artikel 9, lid 4, van deze verordening dat besluiten om de toegang tot een gerubriceerd document te weigeren zodanig met redenen worden omkleed dat de door artikel 4 van deze verordening beschermde belangen niet worden geschaad. Uit die bepalingen volgt evenwel niet dat wanneer een document niet is gerubriceerd, de instelling waaraan een verzoek is gericht, de toegang ertoe niet kan weigeren op grond dat het gevoelige gegevens bevat en de bescherming van het openbaar belang wat betreft de internationale betrekkingen dus kan worden ondermijnd.

(cf. punt 51)

6.      In het kader van een verzoek tot nietigverklaring van een besluit van de Raad houdende weigering van toegang tot rapporten van de waarnemers van de Europese Unie die in Kroatië aanwezig waren, dient het middel te worden afgewezen dat wordt ontleend aan een eerdere openbaarmaking van die rapporten en dat is gebaseerd op de eerdere mededeling ervan aan een burger van de Unie via zijn advocaten tijdens een proces voor het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië, daar niets doet vermoeden dat de Raad deze rapporten aan die burger heeft meegedeeld na een door deze laatste ingediend verzoek om toegang tot documenten op basis van verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

(cf. punten 55, 63, 64)