Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Verwaltungsgericht Wiesbaden (Duitsland) op 20 januari 2021 – Hauptpersonalrat der Lehrerinnen und Lehrer beim Hessischen Kultusministerium

(Zaak C-34/21)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht Wiesbaden

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Hauptpersonalrat der Lehrerinnen und Lehrer beim Hessischen Kultusministerium

In tegenwoordigheid van: Minister des Hessischen Kultusministeriums

Prejudiciële vragen

Dient artikel 88, lid 1, van verordening (EU) 2016/6791 aldus te worden uitgelegd dat een bepaling slechts als een nadere regel ter bescherming van de rechten en vrijheden met betrekking tot de verwerking van de persoonsgegevens van werknemers in het kader van de arbeidsverhouding in de zin van artikel 88, lid 1, van verordening (EU) 2016/679 kan worden aangemerkt indien zij voldoet aan de vereisten die krachtens artikel 88, lid 2, van die verordening gelden voor dergelijke regels?

Kan een nationale norm toepasselijk blijven hoewel zij kennelijk niet voldoet aan de vereisten van artikel 88, lid 2, van verordening (EU) 2016/679?

____________

1     Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB 2016, L 119, blz. 1).