Language of document :

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 10 maart 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Westminster Magistrates’ Court - Verenigd Koninkrijk) – Procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel tegen PI

(Zaak C-648/20 PPU)1

[Prejudiciële verwijzing – Prejudiciële spoedprocedure – Justitiële samenwerking in strafzaken – Europees aanhoudingsbevel – Kaderbesluit 2002/584/JBZ – Artikel 8, lid 1, onder c) – Europees aanhoudingsbevel dat met het oog op strafvervolging is uitgevaardigd door het openbaar ministerie van een lidstaat op basis van een vrijheidsbenemende maatregel van diezelfde autoriteit – Geen rechterlijke toetsing vóór overlevering van de gezochte persoon – Gevolgen – Effectieve rechterlijke bescherming – Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie]

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Westminster Magistrates’ Court

Partij in het hoofdgeding

PI

Dictum

Artikel 8, lid 1, onder c), van kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, zoals gewijzigd bij kaderbesluit 2009/299/JBZ van de Raad van 26 februari 2009, gelezen in het licht van artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de rechtspraak van het Hof, moet aldus worden uitgelegd dat niet is voldaan aan de vereisten die inherent zijn aan de effectieve rechterlijke bescherming die een persoon tegen wie met het oog op strafvervolging een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd, moet genieten, wanneer zowel het Europees aanhoudingsbevel als de rechterlijke beslissing waarop dat bevel is gebaseerd, wordt uitgevaardigd door een openbaar aanklager – die kan worden aangemerkt als „uitvaardigende rechterlijke autoriteit” in de zin van artikel 6, lid 1, van dat kaderbesluit – maar niet vatbaar is voor rechterlijke toetsing in de uitvaardigende lidstaat vóór de gezochte persoon door de uitvoerende lidstaat wordt overgeleverd.

____________

1 PB C 62 van 22.2.2021.